Met aandacht voor femicide
Machteld Roede
Infanticide 1 – Infanticide 2 – Infanticide 3 – Infanticide 4
De realiteit
Al lijkt op het eerste gezicht kindermoord door (een van) de ouders louter pathologie, divers intercultureel onderzoek toont dat bij de meeste culturen het wordt geaccepteerd wanneer ouders ervoor kiezen geen kind groot te brengen maar het leven van hun ongewenste kind te beëindigen. De factoren die leiden tot een dergelijke drastische beslissing variëren wel van samenleving tot samenleving. Er zijn ook vereenkomsten zoals beschreven voor de dierenwereld.
Misvorming
Als in de dierenwereld, is een duidelijk gehandicapte boorling een reden voor een directe infanticide. Een adaptieve, darwinistische fitness-bevorderende ouderlijke reactie genoemd, omdat zo ruimte wordt gemaakt voor een snelle nieuwe poging om een gezond kind ter wereld te brengen.
De klassieke historicus en filosoof Plutarchus adviseerde misvormde kinderen in de afgrond te gooien. In meerdere culturen wordt de geboorte van een gehandicapt kind gezien als het werk van een demon. Het rationaliseert het doden van zo’n kind: de stam moet tegen zulke bovennatuurlijke krachten worden beschermd.
Hephaistos (bij de Romeinen Vulcanus)
Oppergodin Hera was niets menselijks vreemd. Toen ze bij de geboorte van haar zoontje Hephaistos zijn lelijke gezichtje en niet goed gevormde beentjes zag besloot ze zijn komst geheim te houden en slingerde hem de Olympus af. Het kind overleefde echter de val in de zee. Nereïde Thetis en Eurynome redden hem en voedden hem negen jaren op in een grot. Hij begon er al jong de mooiste sieraden voor Thetis te smeden.
Zo ontdekte Hera dat haar zoon nog in leven was. Ze kreeg berouw en haalde hem terug naar de Olympus en regelde als vergoeding dat hij trouwde met de beeldschone Aphrodite. Soms wordt verteld dat het niet Hera maar vader Zeus was die hun pasgeboren misbaksel de berg afsmeet.
Volgens een alternatieve versie was Hephaistos getuige van een twist tussen zijn ouders en wilde zijn moeder verdedigen. Getergd greep vader Zeus hem bij een been en wierp hem de Olympus af. Na een hele dag vliegen door het luchtruim smakte hij neer op het vulkanische eiland Lemnos, en brak daarbij beide benen. De Sintiërs verpleegden hem; hij liep sindsdien mank. Zijn bovenlichaam was daar en tegen goed gebouwd, fors gespierd. Hij beschikte over een buitengewoon grote kracht. Na zijn terugkeer naar de heilige berg werd hij de god van het vuur, de smeedkunst en de vulkanen. Zijn werkplaatsen lagen onder vulkanen. Hij maakte onder andere Helios’ zonnewagen en op verzoek van Thetis de wapenrusting waarmee haar zoon Achilles in Troje vocht.
De goden bespotten herhaaldelijk de lelijke smid. De Ilias beschrijft hun Homerisch gelach. Toch had hij mooie vrouwen; naast de tot zijn verdriet herhaaldelijk ontrouwe Aphrodite ook twee van de drie Gratiën.
Er wordt wel gesteld dat de god van de smeedkunst is terug te voeren op de Egyptische oeroude god Ptah, god van kunst en ambachten.
Voedselschaarste
Lang en wijdverspreid is in kleine leefgroepen wegens voedselschaarste infanticide toegepast om een te grote voedseldruk te voorkomen. Een nieuwkomer kan de voedseleisen van de hele groep overbelasten en het meer dan eens toch al wankele evenwicht tussen kosten en baten in gevaar brengen. Voor de moeder weegt de zorg voor een al bestaand kind zwaarder dan voor een nieuw ter wereld gebracht kindje.
Het hierom doden van een baby is geaccepteerd bij onder andere Inuit, Afrikaanse stammen en indianenpopulaties in Zuid-Amerika. Sarah Blaffer Hrdy beschreef hoe in Bolivia tijdens de periode van ernstige sociale ontwrichting van 1932-1935 in een dorp 38 procent van alle toen geboren kinderen levend was begraven. Naaktgeboren rapporteerde dat bij de Braziliaanse Tapirapé-indianen een vrouw niet meer dan drie kinderen mocht grootbrengen, waarbij niet meer dan twee van hetzelfde geslacht. Om aan deze eis te voldoen volgde onmiddellijk na de geboorte infanticide; ‘we willen geen honger in hun ogen zien’.
Uniek blijft de rapportage door Wulf en Grete Schievenhovel. Als totale buitenstaanders mochten zij de bevallingen bijwonen van Eipo-Papoea’s. Hier trekt een vrouw alleen het bos in voor haar bevalling op enige afstand van het vrouwenhuis. Wanneer ze hier zonder boorling terugkeerde wist iedereen wat er was gebeurd; iedereen zweeg er over.
De Duitse onderzoekers observeerden ook Lana. Ze had al een dochtertje en kon het zich niet veroorloven haar zojuist geboren meisje te houden. Dus wikkelde ze haar in varenbladeren en liet haar achter in het bos om zachtjes uit het leven weg te glijden. De baby maakte echter grappige, hoorbare geluidjes; Lana liep terug en nam haar toch mee. Een latere foto toonde dat ze opgroeide op tot een gezond en vrolijk kindje.
De onderzoekers stelden vast, dat van de negen tijdens hun verblijf achter gelaten pasgeborenen zeven meisjes waren. Bij de volwassenen waren er echter niet meer mannen dan vrouwen, aangezien veel mannen sneuvelden tijdens de jacht of bij gevechten met leden van andere stammen.
Dynastie
De geschiedenis kent vele gevallen van een uit de weg werken van rechthebbenden op de troon; volwassenen, maar ook kinderen. Het mysterie van de verdwenen prinsjes spreekt nog steeds aan.
Op 17 juli 1674 werd tijdens werkzaamheden bij de Tower of London een houten kist gevonden met overblijfselen van twee kinderen. Meteen werd aangenomen dat het de resten waren van de 12- en 9-jarige zonen van de overleden koning Edward IV. Ze waren op 16 juni 1483 voor het laatst spelend in de tuin van de Tower gezien. Hun moeder was hier samen met hen heen gevlucht gezien een woelige machtsstrijd om de troon. In de Tower werd de steeds uitgestelde kroning van de 12-jarige nieuwe koning voorbereid.
Toen bleken de prinsjes spoorloos. Velen verdachten hun oom Richard, Hertog van Gloucester, die tot koning werd gekroond. Shakespeare’s latere beroemde historiestuk schilderde Richard III af als moordzuchtig. Er waren echter sterke vermoedens dat met medeweten van Richard III de jongens elders incognito leefden. Hoewel de afkomst dan ook niet echt zeker was, werden de ontdekte botresten toch in een marmeren urn naar de Westminster Abbey overgebracht.
Mislukte anticonceptie
Ook kan een mislukte poging tot anticonceptie leiden tot infanticide. Sinds mensenheugenis zijn verschillende manieren om bevruchting te voorkomen toegepast. Ze falen echter vaak. Ook de verschillende manieren van daarom toegepaste abortus provocatus hebben een hoge faalfrequentie. Met als gevolg een ongewenst kind.
De klassieke Grieken losten dit probleem op door de pasgeborene gewoon in een lemen pot achter te laten. Grieken trouwden voornamelijk om mannelijke erfgenamen te krijgen; jonggeboren meisjes werden hoogstwaarschijnlijk regelmatig gedood. Het verschil in waardering blijkt uit hoe werd omgegaan met een moeder die in het kraambed stierf. Ze kreeg een stèle, een grafsteen, wanneer ze haar echtgenoot een zoon had geschonken; echter niet voor een meisje.
Zwangerschap en baren
Zwangerschap en baren waren lang vrij riskant. De Griekse tragedieschrijver Euripides liet Medea dan ook verzuchten (431 v.o.j.):
“Ze zeggen van ons [vrouwen]dat wij zonder gevaar in onze huizen leven, terwijl zij [mannen]strijden in de oorlog. Wat een verkeerde redenering. Ik zou liever drie keer achter mijn schild staan dan één keer een kind baren.”
Ongewenste pasgeborenen
In het Romeinse rijk had het hoofd van het gezin, de pater familias, het recht om ongewenste pasgeborenen van zowel zijn wettige echtgenote als van zijn concubines op de openbare vuilnisbelt te gooien.
Dat ook tijdens de 18e en 19e eeuw zeker niet ieder kind welkom was is af te lezen uit het gegeven dat van de 21.000 in 1780 in Parijs geregistreerde geboorten slechts vijf procent door hun eigen moeder werd verzorgd. Het waren de hoogtijdagen van de ‘natte verpleging’ in Frankrijk: talloze pasgeborenen werden naar een ingehuurde voedster op het platteland gebracht. Zij waren niet alleen professionele voedsters, maar dikwijls ook professionele moordenaars. De Roussel-wet van 1874 werd ingevoerd om zuigelingen te beschermen tegen de excessen van de natte borstvoeding.
Sarah Blaffer Hrdy beschreef in haar nog altijd indrukwekkende boek over moederschap, dat moederliefde zeker niet zo vanzelfsprekend is als aangenomen. Lang was het in hogere kringen, ook in Nederland niet gebruikelijk dat de moeder haar zuigeling zoogde. In Amsterdam was de kudde ezelinnen die door de stad trok om te worden gemolken voor het huis van een kraamvrouw een bekend verschijnsel.
Per abuis
Soms gebeurt het overlijden onbedoeld, zoals door grote onkunde over hygiëne, of door een kind overvol stoppen met voedsel alleen geschikt voor volwassenen, zoals junkfood. Ook werden baby’s soms zo stijf ingebakerd dat ze bezweken aan inwendige kneuzingen. Dat is niet als moord te bestempelen (passieve neoaticide).
Uitzonderingen
Er zijn altijd uitzonderingen. Jonge Dogon (Mali) vrouwen gaan pas samenwonen met een man nadat zij vruchtbaar is gebleken. Als ze een zoon krijgt, die volgens de traditie later geen deel van het land zal erven, wordt meermaals het pasgeboren jongetje gedood.
Een klein meisje blijft in leven. Wel wordt ze wanneer haar moeder in haar eigen hut gaat wonen dikwijls bij oma achtergelaten om haar als dienstmeisje te dienen.
Meisjes (XX) — het sterke geslacht
Het is een empirisch gegeven dat wereldwijd bij de conceptie meer jongens dan meisjes worden verwekt. Tijdens de eerste ontwikkelingen gaan meer jongens embryo’s verloren; het percentage jongens ligt bij spontane abortussen wat hoger. Op elke 100 meisjes worden gemiddeld 105 jongens geboren.
Hun hogere aantal compenseert dat tijdens de kinderjaren een aantal jongens overlijdt door ernstige ziekten, zoals de bloederziekte hemofilie of de spierdystrofie van Duchenne. Het zijn geslachtsgebonden recessieve aandoeningen. Jongens (XY), met slechts één X-chromosoom, zijn bij de aanwezigheid van zo’n ernstig ziekmakend gen (allel) op hun X chromosoom aangedaan.[4]
Meisjes (XX) doen het in utero en kort na de geboorte gemiddeld beter; vanuit biologisch perspectief vormen meisjes het sterkere geslacht.
Mochten zij een recessief ziekmakend allel treffen, dan hebben zij een tweede, gezond allel op hun andere X chromosoom. Zij worden niet ziek. Wel zijn ze draagster, d.w.z. dat bij elke conceptie er 50 % kans is dat ze het ziekmakende allel doorgeeft aan haar nageslacht. (Elke dochter 50 % kans op draagster te zijn; elke zoon 50% kans op aangedaan te zijn). Aangezien de frequentie van voorkomen van ziekmakende allelen uiterst laag is, is de kans zeer klein dat een meisje van zowel de vader als van de moeder zo’n ziekmakend allel zou krijgen.
Bij het opgroeien overlijden bovendien meer jongens door hun risicovol stoere gedrag, zoals fietsen-zonder-handjes, capriolen met de fatbike en later gevaarlijk autorijden. Door hun hogere mortaliteit is bij het bereiken van de volwassen leeftijd de verhouding tussen mannen en vrouwen gelijk, de seksratio 1 op 1. Daarna keert langzaam de geslachtsverhouding om; mannen blijven in elke levensfase vatbaarder voor diverse ziekten. Bij bejaarden is het vrouwenoverschot hoog.
De verdwenen meisjes — femicide — gynocide
Femicide (Latijn fem(ina) vrouw); gynocide (oud-Grieks gunè vrouw):
= De hoge mate van mortaliteit bij meisjes en jonge vrouwen wegens schending van hun recht om te worden geboren, te leven, te bestaan
= Het doden van meisjes en vrouwen vanwege hun sekse, begaan en getolereerd door zowel particuliere als publieke actoren.
De heersende traditionele leefwijze en drastisch ingrepen kunnen de hierboven beschreven natuurlijke seksratio van een samenleving verstoren. Hierdoor waren en zijn in minstens dertig lage lonenlanden de sterftecijfers van jonge meisjes beduidend hoger dan die van jongens. Hoewel er zeker ook jongens misbruikt en onrechtvaardig behandeld worden, is in vele culturen het leven van meisjes extra zwaar, ja, levensbedreigend.
The Gild child
De IFUW (International Federation of Women) richtte met het project The Girld child de aandacht op de ongewone hoge morbiditeit en mortaliteit van ontelbare meisjes. Het thema sloeg in bredere kring aan. Een jaar later in 1990 werd het met priority focus door Unicef overgenomen. Dit resulteerde in 1991 in het rapport ‘The Girl Child. An investment in the future.
‘The Girl Child’ werd vervolgens een van de hoofdthema’s van het grote internationale ‘Fourth World Conference on Women in Beijing’ in 1995. Het concept over het (gebrek aan) welzijn van meisjes had politieke status verkregen.
Wij congresgangers konden meewerken mee aan het opstellen van concept resoluties. Deze werden in een algemene vergadering bijgeschaafd en aanvaardbaar gemaakt voor de totaal diverse achtergronden. Het resulteerde in het slotdocument The Platform of Action, met veel aanbevelingen, geratificeerd door de Verenigde Naties en vervolgens door veel landen, ook Nederland. Hoewel sindsdien de situatie van meisjes verbeterde, is veel echter nog steeds ongunstig, zeker in oorlogsgebieden.
Levensbedreigende situaties
De geboorte van een meisje wordt betreurd en moet indien mogelijk worden voorkomen. De huidige mogelijkheden om al het voor de geboorte de sekse vast te stellen maakt het mogelijk een vrouwelijke foetus te aborteren, of het meisje wordt kort na de geboorte gedood. Bij een ondervoede, meestal slecht opgeleide moeder is de kans groot dat haar kindje voor of rond de geboorte vanzelf overlijdt. Deze gestorven meisjes worden veelal niet in de bevolkingsadministratie genoteerd.
Als het meisje in leven blijft begint al kort na haar geboorte de verwaarlozing. Ze krijgt korter borstvoeding en na het spenen minder voedsel dan jongens. Soms krijgt ze niet eens een naam. ‘Wat heeft dat voor zin als je liefst zo vlug mogelijk als kindbruidje het huis gaat verlaten?’
Meisjes gaan niet naar school, ze krijgen in tegenstellig tot jongens geen tijd op te spelen. Wel krijgen ze al vroeg zware huishoudelijke taken, waaronder water of brandhout halen en zorgen voor kleine broertjes of zusjes. Een meisje kan uren worden ingezet om een blinde rond te leiden.
Een meisje wordt niet naar een ziekenhuis gebracht al is ze erg ziek, noch krijgt ze medicijnen. Ze moet maar vast wennen aan pijn.
In een aantal landen vereist de cultuur een besnijdenis. Verzwegen wordt dat meermaals een meisje kort na de vaak drastische ingreep overlijdt door een ernstige infectie (tetanus) of bloedverlies. Hoewel de gevaarlijke ingreep in meerdere landen nu officieel is verboden blijft het verminken doorgaan.
Evenals jongens verrichten meisjes kinderarbeid; ze lopen uren rond op straat om iets te verkopen als papieren zakdoekjes of een bloem.
Nog heel jonge meisje worden verkracht (mede door buitenlandse soldaten of politie) en moeten in een bordeel werken. Ze zijn veel gevraagd omdat ze nog Aids vrij zijn; sekse met haar zou zelfs Aids genezen. Wanneer haar nog niet volgroeide vagina verwond raakt loopt ze extra snel een aidsbesmetting op. Als ze ziek is wordt ze gedumpt; voor medicijnen is geen geld.
Kindbruidjes worden wanneer haar puberteit inzet zwanger, terwijl haar lichaam hier nog niet aan toe is. Bij jonge tienermoeders is de sterfte voor en tijdens het kraambed hoog
In landen waar informeel nog steeds van een bruidsschat sprake is, zoals in India bestaat het gevaar al kort na het huwelijk te worden verminkt of zelfs verbrand, zodat de man op zoek kan naar een nieuwe lucratieve bruid.
Sekse selectieve infanticide
Sekse-selectieve infanticide is een van de belangrijkste oorzaken voor de niet natuurlijke hoge sterftecijfers voor meisjes in een deel van de wereld. Hoogstwaarschijnlijk is ook in vroegere tijden het aantal gedode pasgeboren meisjes vrij hoog geweest. Eén reden hiervoor was het bewaren van de juiste seksebalans, aangezien zo veel mannen als krijger sterven.
Abraham had zeven zonen, zeven zonen had Abraham.
Opvallend is de sekse-onevenwichtigheid bij Homerus: Priamus had vijftig zonen en slechts twaalf dochters. De koningsdochter Nausikaä, die zich ontfermde over drenkeling Odysseus, is een enige dochter met veel broers. Hectors jonge vrouw Andromache had zeven broers.
Ook bekende Atheners tonen een overwicht aan mannelijke kinderen. Socrates had drie zonen, evenals Pericles. Plato had drie broers en een zus. Van de 346 invloedrijke Atheense families hadden 271 gezinnen meer zonen dan dochters. De verhouding tussen jongens en meisjes was grofweg vijf op één. Eveneens waren er in de dagen van Augustus onder de Romeinse hogere klasse, en wellicht ook in alle sociale lagen minder vrouwen dan mannen.
Generalisatie kan echter bedrieglijk zijn. Het Spartaanse regime was voortdurend in oorlog en de productie van strijders had de hoogste prioriteit. Een pasgeboren jongen werd onderzocht om te bepalen of hij een sterke krijger zou worden. Alleen als hij de test doorstond, mocht hij in leven blijven. Alle meisjes werden blijkbaar wel grootgebracht.
Ongeveer 1000 jaar geleden besloten de Galindianen in Pruisen (Polen) na een lange periode van droogte en schaarste alle pasgeboren meisjes te doden, omdat ze de voedselvoorziening te veel belastten terwijl ze waardeloos waren voor de oorlogvoering. Uiteindelijk kwamen de vrouwen in opstand en lieten hogepriesters de mannen ongewapend de oorlog in sturen. Het betekende het einde van de Galindianen.
De Nederlandse kinderarts de Meer[5] constateerde onder de Aymara’s — de oudste Indianen uit de Andes in Peru die op een hoogte van 3800 m woonden — een relatief hoge sterfte onder pasgeboren meisjes, vooral als zij de derde of hoger in de geboortevolgorde waren. Na de geboorte werd de moeder uitgebreid verzorgd, terwijl het pasgeboren meisje zonder commentaar onbeheerd in een hoek werd achtergelaten — het klimaat daar is ijskoud — en de volgende middag begraven. Juist bij beter opgeleide moeders zag De Meer een beperkte gezinsgrootte. De Aymara’s zorgen met veel liefde goed voor hun kinderen. De tolerantie tegenover infanticide past bij de nijpende, uiterst karige voedselvoorziening.
Noten
[1] Bron: Hephaistos en Dionysus (430-420 BCE) ― schilder Kleophon, Toledo (Ohio)-Museum of Art, bruikleen van Italië
[2] Bron: Bospapua Lana wikkelt haar pasgeboren dochtertje in varenbladeren (1978) — foto Wulf en Grete Schievenhovel (in: Naaktgeboren, 1988)
[3] Bron: Édouard V, roi mineur d’Angleterre, et Richard, duc d’York, son frère puîné (1830) — Paul Delaroche, Musée du Louvre
[4] Een allel is de alternatieve vorm van een gen. Omdat behalve de geslachtschromosomen X en Y ieder chromosoom dubbel voorkomt, bezitten we voor elke genetisch bepaald eigenschap twee allelen. Zijn de allelen gelijk dan ben je voor die eigenschap homozygoot, bij verschillende allelen heterozygoot.
[5] K. de Meer (1993) Agriculture and Child Health. Proefschrift, Universiteit Leiden
[6] Bron: Sex ratio at birth (2012) — The birth sex ratio is defined as the number of boys per girl at birth, as published in the tables of Gender Statistics database of WDB. World DataBank, Gender Statistics, The World Bank and United Nations.