Marianne H.B. van Halewijn
Vreemdeling
Als hij aanklopt
op mijn venster
in het duister
ongenood en
onverhoeds
laat mij zien
onder zijn zwarte,
mijn witte huid
evenveel kwaad en
evenveel goed
laat mij niet bang
zijn voor mijzelf
de onbekende
maar een mens zien
en opendoen