Fred de Haas
(2013) ― Afrika ― Haïti ― Brazilië ― Cuba ― Venezuela ― Suriname ― Curaçao ― Franse Antillen. Hekserij ― fetisjisme ― Brua en Montamentu ― bezetenheid en hysterie ― orakels en magie ― katholieke heiligen en Afrikaanse goden ― ontoerekeningsvatbaarheid en trance ― Maria op de tapir ― rum en sigaren ― de magische Pinkstergemeente
deel Nigeria, Angola en Congo, Cuba, Franse Antillen en Haïti ― deel Suriname, Venezuela, Brazilië en Honduras ― deel Curaçao en slot
Suriname
In Suriname zijn nog vele herinneringen bewaard gebleven aan het Afrikaanse verleden. Dat heeft een duidelijke reden.
In de 17e en 18e eeuw zijn er in Suriname bloeiende gemeenschappen geweest van gevluchte slaven die lange tijd werden aangeduid met de naam ‘Bosnegers’, een naam die in de late 20e eeuw is vervangen door de term ‘Boslandcreolen’.
Twee bekende Boslandstammen zijn de Saramakkanen en de Auka of Djuka.
-
Helaas is de video Suriname, Saramaccanen, Marrons Dansen + Harry Völker niet meer beschikbaar en
-
voor Dutch Guiana – Land of the Djuka (1933) watch?v=B3AfV__zcjo
moet je bij YouTube inloggen om te laten zien dat je meerderjarig bent…!
De gemeenschappen van Boslandcreolen, die diep in de tropische bossen leefden, werden op den duur met rust gelaten door de kolonisten omdat het onmogelijk bleek ze te onderwerpen.
De Boslandcreolen vermengden zich niet met de inheemse Cariben en Arowakken en behielden hun eigen uit Afrika meegenomen tradities waarvan we hieronder enkele facetten zullen behandelen.
Surinaamse Winti
In Suriname vind je de uit Dahomey/Benin stammende cultus van de ‘Winti’ (een woord dat afkomstig is van het Engels/Nederlandse ‘wind’): de geesten van hemel en aarde. Er zijn ook andere benamingen voor de term ‘winti’, namelijk ‘Gado’ (God), ‘Bohsum’ (afkomstig uit de taal van de Twi) en ‘Komfo’ (uit de taal van de Ashanti). Zie een reportage uit Ghana waar een Ghanese priester zijn werk en religie uitlegt:
Akomfo: dancers of the Gods
Sranang Culturu na wi Culturu
Iedereen heeft een eigen Winti die zich soms in dromen kenbaar maakt en ook tijdens een rituele dans (ook in Suriname wordt er gedanst op het ritme van trommels) bezit kan nemen van het individu. Als iemand de indruk heeft dat een bepaalde Winti hem schade toebrengt kan hij hulp zoeken bij een Wintiman, een soort medicijnman die de kunst verstaat om de Winti gunstig te stemmen, bijvoorbeeld door middel van een kruidenmengsel en het offeren van een kip waarmee de ‘patient’ wordt ‘gereinigd’, een praktijk die men ook aantreft in Haïti en Brazilië. Surinamers in Nederland die dachten dat ze door een Winti werden belaagd zijn wel eens op kosten van de verzekeringsmaatschappij naar een Wintiman in Suriname gereisd …
De Boslandcreolen geloven ook dat een mens meer zielen heeft. Die zielen heten ‘Akra’. Zo’n Akra kan verscheidene eisen op tafel leggen, zoals het verschaffen van een maaltijd, een vervoersmiddel, een gouden ketting enzovoorts. Alleen de persoon die de Akra in kwestie heeft mag die voorwerpen gebruiken.
De rituelen die worden uitgevoerd dragen kenmerken van de meeste culturen die in Suriname zijn vertegenwoordigd: Indiaanse, Chinese, Hindoestaanse, Javaanse en Afrikaanse.
De Afro-Surinaamse ideeën van de Boslandcreolen zijn afkomstig uit Ghana, Nigeria en Dahomey/Benin. Deze ideeën zijn door hen tot een samenhangend geheel gesmeed. Ze hebben een heel praktische instelling. De wereld is voor hen het belangrijkste. Ze geloven niet in straf of beloning in een hiernamaals. Je krijgt het allemaal hier op je brood. Er zijn ook geen ‘priesters’. Ouderen geven hun kennis mondeling door en zorgen voor de opleiding van de mediums (meestal vrouwen). Men noemt die mediums ‘Hasi’, een benaming die waarschijnlijk is afgeleid van ‘Vodunsi’ dat in het Fongbe (de taal van de Fon uit Dahomey/Benin) ‘echtgenote van de Vodun (= godheid)’ betekent.
Als de mediums in trance raken van de Kromanti (= de goden van de Fanti en Ashanti) dan kunnen zij zich heel wild gaan gedragen en lopen dan soms op blote voeten op stukjes glas of gloeiende as, een prestatie die, overigens, een wetenschappelijke verklaring heeft en niets met ‘wonderen’of zo te maken heeft. Ook slaan ze dan wel een soort wartaal uit die ‘kromantitongo’ wordt genoemd.
Papa winti 2
De Kromanti kunnen zich ook als clowns gedragen en maken dan allerlei grappen, tot groot vermaak van de omstanders.
Er zijn nog tal van andere geesten die allemaal hun eigen, specifieke eigenschappen hebben. Zo is er een algemene verering van Mama Gron (= Moeder Aarde) die voor regen zorgt en de aarde vruchtbaar maakt.
Venezuela
In Venezuela is de Afrikaanse religieuze overlevering niet sterk. De reden hiervan is dat er in Venezuela, in tegenstelling tot wat het geval is geweest in andere landen, weinig Afrikanen als slaven zijn ingevoerd en de slavenhandel rond 1800 al verboden was.
Ook werden de Afrikanen die uit dezelfde gebieden kwamen over het hele land verdeeld om samenzweringen en opstanden te voorkomen. Dit beleid heeft er ook toe geleid dat er nauwelijks meer sprake kon zijn van het voortzetten van Afrikaanse tradities, behalve in zeer geïsoleerde gebieden als Barlovento. De Afrikaanse minderheden zijn zonder probleem opgegaan in de rest van de bevolking.
San Juan en San Benito
Zoals gebruikelijk werden de Afrikaanse slaven bij aankomst in het nieuwe land (of reeds eerder) katholiek gedoopt. Zij gingen langzamerhand deel uitmaken van door de missionarissen gestichte broederschappen (Cofradías) die de heiligenverering propageerden onder de slaven.
Zo werd Sint Jan (San Juan) de patroonheilige van de slaven in het Oosten en het midden van Venezuela en werd Sint Benedictus de beschermheilige in het Westen van het land, in Zulia en Coro.
The Festival of San Benito
Het Sint Jansfeest wordt in juni gevierd en het feest van San Benito rond Kerstmis. Wel bleef de typisch Afrikaanse (maar ook wel ‘volkskatholieke’) gewoonte bestaan om de heiligen menselijke eigenschappen toe te dichten. De heiligen hadden zo hun sterke en zwakke kanten. De band met de gewone mens was zodanig dat je de heiligen om gunsten kon vragen en in ruil daarvoor beloftes kon doen.
Op feestdagen worden de heiligen onder dans en trommelmuziek het dorp rondgedragen, een gewoonte die men ook in Spanje en Zuid-Amerika nog overal kan aantreffen. De trommelaars en dragers worden soms met de heiligenbeelden thuis uitgenodigd en krijgen daar te eten en te drinken. Af en toe gooit men wat brandewijn op het hoofd van de heilige als bekend is dat deze wel van een slokje houdt.
In Barlovento gebruikt men speciale trommels op het feest van San Juan.
Tambores de San Juan en Curiepe
De ronde trommels waarop wordt gespeeld zijn Congolees van oorsprong en de reuzentrommel, de ‘Mina’, is afkomstig uit Togo en wordt door de Ewe gebruikt.
In San Francisco de Yare verschijnen er op Sacramentsdag (tweede donderdag na Pinksteren) dansers op straat die rode of bonte kleding dragen.
De maskers die de dansers dragen in Chuao lijken op die van de Bapende in Congo.
Diablos Danzantes de Chuao Estado Aragua
Pende Dance ― Congo 1974
De mens heeft twee zielen
Hoewel Venezuela een katholiek land is zie je ook daar een vermenging van magie, bijgeloof en eenvoudige volksreligie. Net als in Suriname gelooft men dat de mens twee zielen heeft die na de dood geesten worden. Na de dodewake gaat er een naar God en de andere naar het Rijk der Doden.
Sommige geesten kunnen last veroorzaken. In Barlovento zet men eten en drinken op de graven van de overledenen op Allerheiligen.
María Lionza
De cultus van María Lionza is ontstaan in de bergen van Sorte in Yaracuy en heeft veel aanhangers. Enkele woorden over deze cultus kunnen hier voor de volledigheid niet ontbreken.
De cultus heeft zijn wortels in de Indiaanse, Europese en Afrikaanse cultuur. Het is, kort gezegd, een geloof in natuurkrachten. Later vermengde het zich, o.a. onder invloed van uit Cuba afkomstige Santería ‘priesters’, met elementen uit de Santería.
Een van de legendes die María Lionza betreffen is het verhaal dat zij een dochter was van een Caiquetío Indiaan die zijn dochter in een grot verborgen hield omdat ze was geboren met lichte ogen, wat als een slecht voorteken werd beschouwd.
Op een dag kreeg zij bezoek van een tapir die haar woudvruchten gaf en meevoerde op zijn rug. Zij kreeg veel verstand van kruiden en genas veel mensen.
Men begon haar te vereren als een godin en gaf haar de naam ‘María La Onza’ omdat een Onza (= tapir) haar begeleidde. Die naam veranderde later in María Lionza. Ze kreeg ook een blauwe mantel die doet denken aan de mantel van de Maagd Maria met wie ze ook wordt vereenzelvigd.
In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd María Lionza erg populair en de dictator Pérez Jiménez liet zelfs een standbeeld voor haar oprichten.
Vooral mensen uit de lagere sociale klasse zijn aanhangers van de María Lionza cultus. De rituelen worden geleid door een ‘banco’ een lekenpriester die zichzelf het vak heeft geleerd.
María Lionza “Más Allá de los Espiritual” PARTE 1/5
Om de geesten op te roepen en in trance te raken worden er sigaren gerookt, liefst op een lege maag, alcoholische dranken genuttigd en met het hoofd gedraaid. De best ingevoerde mediums (meestal weer vrouwen) ontvangen de geesten en spreken soms in (war)talen die niemand begrijpt. In de Semana Santa, de Lijdensweek, trekken er duizenden pelgrims naar Sorte ter ere van Maria Lionza.
De cultus van María Lionza vormt dus een allegaartje van elementen:
- Afrikaanse culturen (kenmerken: de persoonlijke betrekking tussen mensen en geesten, geesten die door mediums spreken, genezingspraktijken, witte en zwarte magie, dierenoffers),
- Indiaanse tradities (kenmerken: de inheemse legende, het gebruik van tabak om in een andere bewustzijnstoestand te raken, typisch inheemse geneeswijzen zoals het zogenaamd verwijderen van kwaadaardige weefsels uit het lichaam van de zieke),
- Christelijke elementen (kenmerken: de associatie van María Lionza met de Maagd van Coromoto, het gebruik van kaarsen, het gebruik van plaatjes, afbeeldingen, rozenkransen, wierook en het symbool van het Kruis) en een vleugje spiritisme (kenmerken: contact met de doden, trance en mediums).
Er is dus van alles te doen in de cultus en dat verklaart de geweldige populariteit ervan.
Merkwaardig genoeg was de cultus van María Lionza aanvankelijk niet populair bij de zwarte boeren van Barlovento, maar door de komst van reizende ‘bancos’ zijn ook zij aanhangers van de cultus geworden.
Brazilië en de Umbanda
Alleen al vanwege de grote oppervlakte van Brazilië is het niet verwonderlijk dat er grote verschillen zijn ontstaan in de vorm en uitvoering van de uit Afrika meegenomen religies.
We zullen ons vanwege de grote verscheidenheid van godsdiensten beperken tot een paar.
Er zijn in Brazilië Afrikaanse religies die weinig van hun oorspronkelijke karakteristieken hebben verloren. Dat is bijvoorbeeld het geval met de religie van de Fon uit Dahomey/Benin die aanhangers heeft in São Luiz de Maranhão (Noord-Oost Brazilië) en de Candomblé uit Bahia.
Andere godsdiensten, die losser zijn komen te staan van de Afrikaanse traditie zijn de Batuque en de Chango uit Recife. Het zou te ver voeren om bij de kenmerken van al die religies stil te staan. Bovendien is er een grote mate van overeenkomst in rituelen waarvan we er al een aantal hebben besproken.
Umbanda
In plaats daarvan zullen we onze aandacht richten op een vorm van religie die uitermate populair is geworden en die talrijke elementen uit andere culturen in zich bergt: de Afro-achtige godsdienst die ‘Umbanda’ wordt genoemd.
Het woord komt uit het Kimbundu (taal uit Angola) waarin het ‘geneeskunst’ betekent. In Brazilië is de naam gebruikt om de godsdienst aan te duiden.
Salvador da Bahia, Candomblé ceremonials
De Braziliaanse Umbanda is een godsdienst die zich plooit naar de behoeften van de gelovigen die op zoek zijn naar zingeving en verklaring.
Umbanda ‘priesters’ zijn op zijn minst uitstekende psychologen die hun gelovigen zo goed mogelijk van advies dienen. De Umbanda is kennelijk beter in staat om te voldoen aan de geestelijke en sociale behoeften van ― vaak arme ― mensen dan de katholieke kerk met haar wat stijve erediensten.
De Umbanda ‘priesters’ doen ook aan geneeskunst en houden er (zwart) magische praktijken op na. Er zijn ook talrijke Umbanda centra in Argentinië.
30 anos de Ogum da lua da Cacique Silvana
Uruguay Ceremonia de Yemanyá. Montevideo Uruguay (02-2011)
De Umbanda heeft ook veel blanke volgelingen, net als de Santería in Cuba.
Afrikaanse, inheems Indiaanse, christelijke en spiritistische elementen
Het is vrij ingewikkeld om na te gaan uit wat voor culturele elementen de Umbanda bestaat. Er zitten Afrikaanse, inheems Indiaanse, christelijke en spiritistische elementen in. De verbinding met het spiritisme kon makkelijk worden gelegd omdat de Bantoe uit Angola en Congo een sterke voorouderverering hadden.
Wat was er dus prettiger dan te geloven in het spiritisme dat beweerde (beweert) een verbinding te kunnen leggen met de overledenen? Ook voegde het spiritisme er nog wat magische dingen aan toe zoals astrologie, een scheutje Zen Boeddhisme, sjamanisme, enzovoorts.
Vaak halen de halfgeletterde Umbanda priesters hun wijsheid uit pseudo-wetenschappelijke boeken die in grote hoeveelheden te koop zijn. Ze proberen zelfs aan te tonen dat de wortels van de Umbanda ook in de Bijbel zijn te vinden, hoewel het evident is dat die wortels liggen in de oude Yoruba en Bantoe godsdiensten waarvan de kennis diep is weggezakt en daarom moet worden aangevuld met allerlei bruikbaars uit andere religies.
De Umbanda vereert zowel de Afrikaanse Orisha (goden) van de Yoruba als de ‘oude zwarte voorouders’ uit de religie van de Bantoe en de geesten van de overledenen via het Spiritisme. In de Umbanda worden de geesten alleen maar verzocht om hun krachten aan te wenden voor een bepaald doel, bijvoorbeeld voor de genezing van een ziekte. Via de Umbanda mediums (meestal vrouwen) manifesteren zich ook Aziatische godheden.
Het is niet mogelijk om de Umbanda in zijn algemeenheid te beschrijven. Elke religieuze ‘afdeling’ heeft zijn eigen rituelen. Er zijn centra die meer naar de Afrikaanse traditie neigen en andere die sterk tegen het spiritisme aanleunen. Ook zijn er centra die zijn gespecialiseerd in magische rituelen. Alle Umbanda centra worden geleid door mannen. De mediums (‘filhas do santo’ = dochters van de heiligen) hebben helpsters die niet in trance vallen en ‘samba’ worden genoemd. De mediums dragen witte gewaden. De ‘priesters’ dragen ‘magische’ kettingen en veelkleurige gewaden.
Ook maakt men in de Umbanda gebruik van het Ifá-orakel om voorspellingen te doen. We spraken al over dit orakel bij de behandeling van de Afro-Cubaanse godsdienst van de Santería.
Honduras, centraal Amerika
Aan de Caribische kust van Honduras, Belice, Guatemala en Nicaragua woont een volk van ongeveer 600.000 mensen dat zichzelf in de eigen inheemse taal ‘Garífuna’ noemen (met de klemtoon op de i) en door het Britse koloniale bestuur werden aangeduid als ‘Black Caribs’.
Deze Black Caribs zijn een volk dat op het eiland St Vincent is ontstaan uit de vermenging van Indiaanse Cariben en Arowakken met Afrikanen die waren gevlucht van andere eilanden.
Er is ook een verhaal dat vertelt van een schipbreuk van een slavenschip uit Nigeria voor de kust van St. Vincent in 1635. De slaven ontsnapten en werden door de inheemse bevolking opgevangen.
De Britten deporteerden meer dan 5000 ‘Black Caribs’ (die als een ernstige bedreiging werden gezien) naar het eiland Roatán vóór de kust van Honduras. Later kregen zij toestemming van de Spaanse autoriteiten in Honduras om zich op het vasteland te vestigen.
Zij spreken varianten van een mix van Caribisch en Arowak. Ook spreken ze Spaans en sommigen Engels. Hun cultuur is beschermd door de UNESCO. Hun muziek en dans heet PUNTA (een heupdans). Daar kunnen ze op Curaçao nog wat van leren!
Kazzabe, the best from Honduras
Een godsdienst met Afrikaanse, Indiaanse en Europees Christelijke elementen
Hoewel de Black Caribs katholiek zijn hangen ze ook een godsdienst aan die bekende Afrikaanse, Indiaanse en Europees Christelijke elementen in zich draagt. De Garífuna denken dat een mens meerdere zielen heeft en ze geloven in bos- en watergeesten.
Zij vereren de voorouders en houden, net als in het Caribisch gebied en Latijns-Amerika dodewakes van 3, 7 of 9 dagen na de begrafenis. In de laatste nacht nemen ze afscheid van de geest van de overledene. Tijdens feesten voor de voorouders raken de mediums (jonge meisjes) in trance en dansen op het ritme van trommels. Soms rennen ze in hun bezetenheid naar zee, klimmen op het dak van het huis of in een boom. De geest van de voorouder zit in het medium dat heel sensueel danst en daardoor ook allerlei frustraties kwijtraakt. Niemand neemt hen dat kwalijk want in trance is niemand meer persoonlijk verantwoordelijk voor zijn/haar daden.
Tijdens de uitvoering van de rituelen wordt er ook gebruik gemaakt van kaarsen, wierook en het kruis. Een aardig overzicht over de Garífuna cultuur is te zien op de volgende video’s
The Garifuna Heritage Pt 1
The Garifuna Heritage Pt 2
Noten
[1] Bron: Een tempel van de Boslandcreolen (1948) — fotograaf onbekend, aan de Cotticarivier in Suriname, Tropenmuseum
[2] Bron: Winti dansritueel (1948) — foto G. Glaser, na afloop van een Winti dans in een Marron dorp, Tropenmuseum
[3] Bron: Niños practicando el toque de tambores — foto Wilfredor, San Benito de Palermo, Venezuela
[4] Bron: Standbeeld van María Lionza — foto Dove, Venezuela
[4] Bron: Black Caribs (1773-1776) — Augustino Brunias, Museum Saint George’s, Grenada