Marcel Reyners
Plempius Vobiscus Fortunatus – Academische carrière – anekdoten en faits divers – publicaties 1 – publicaties 2
(volgorde: datum van eerste publicatie)
Verschillende auteurs geven een opsomming van zijn publicaties: Broeckx 1865, Tricot-Royer, Kerkhoff, vd Aa, de Feller.
Zijn boeken zijn wijdverspreid maar zijn manuscripten zijn helaas niet meer te vinden want verdwenen uit de Leuvense universiteitsbibliotheek, die afbrandde tijdens de eerste wereldoorlog.
0 Disputatio de Angina
Dit werk zou zijn eerste publicatie uit 1622 zijn maar als zodanig nergens terug te vinden tenzij als vermelding zoals in ‘Librorum Impressum’: ‘Disputatio de Angina, Heurnius Otto en Fortunatus Plempius’. Vermeld in: Catalogus Bibliothecae Musei Britannici, vol V, London 1817, pag 261 PLE) en ook in Hefter, commentatio epistolica, Musei Disputatorii Physico-Medici Vol II 1764.). Ook Kerkhoff vermeld deze publikatie: Dispvtatio medica de angina.: Præs. O. Heurnio. Lugduni Batavorum, 1622.
1 Tractaet van de spieren, tot gebruyk der chirurgijns
Amsterdam, 1630, Jacob Aertz.
Het is niet vreemd dat Plemp’s’ eerste publicatie over anatomie gaat, een onderwerp dat hij eerst in Leiden, rond 1620, volgde bij Heurnius en Falcoburgus en later, in Padua in 1622 bij Spigelius. Hij woonde, als praktiserend arts in Amsterdam, de anatomische lessen van Tulp bij, o.a. in 1632 (Banga p 233). Aan hem is dit werk opgedragenx[1].
In 1630 gaf hij in ‘t Nederduits een beknopte verhandeling van 247 pagina’s over de spieren uit in Amsterdam; een heruitgave volgde in Dordrecht, in 1645, apart maar ook samen met Beverwijck’s “Heel-konste”. Tenslotte is er nog een publicatie uit 1651.
Zijn naam op de titelpagina is nog onvolledig: “Fortunatus Plempius, arts en wijsgeer”. Typisch dat hij zichzelf ook “wijsgeer” vindt. Plemp noemt het werk zelf een “Ontijdige vrucht, opgedragen aan Nicolaus Petraeus, oud-schepen, arts en voorlezer in de heelkunde en ontleedkunde en ambtgenoot in dezelfde kunst in de stad Amsterdam.” Het is een doorlopende tekst in oud-Nederlands zonder afbeeldingen, in gotisch schrift in 1630, maar beter leesbaar in de edities van 1645. Plemp citeert vaak Hippocrates, Galenus, Avicenna.
De indeling is zoals in de handboeken over ziekten: “A capite ad calcem” of “a pedibus usque ad caput”: van (de spieren van) het hoofd tot aan die van de voeten.
Elk hoofdstuk bestaat uit drie delen: een inleiding, voorlegging, opening.
Enkele excerpten ter illustratie van de inhoud.
Inleiding
Toe-eygen-brief
Den Wijsen, Hoogh-geleerden, ende Achtbaren
Nicolao Petreio,
Oudt Schepen, Artz en Voor-Leser des Heelkonst en Ontledings.
Mitsgaders
Den versochten en bedrevenen Ampt-Genooten
Der selver Konste, in de Stadt
Amsterdam
Plemp begint zijn inleiding met te stellen dat de:
“Nutbaerheyt deses verhandelings” terug te brengen is naar “de eerste Grondvestiger onses geneeskonst” nl. Hippocrates. In een adem noemt hij “de volmaeckte” Galenus, die ons voorhoudt dat artsen “de rechtmatige verdeeling onses Lichaems voor-weten moet”.
Voor de
“Chirurgijns, dat is, die door ‘t Hant-werck de genesing betrachten, aengesien ‘t voorwurp van hun Konst maer de uyterlicke lichaems omme-looop zy: ‘t geen hen noodigh is, is de wetenschap der Spieren, als die in ‘t uyterste vlack van ‘t Lichaem gelegen zijn.”
“Wat baet den Handtwercker ofte Chirurgijn de veelheyt der Hert-vlieskens te kennen, sijn voedende Aderen te weten, en gevoelgevende Zenuwen te beoogen?.”
De eerste hoofdstukken behandelen algemene aspecten van de spieren: “Van de aerdt, ‘t same-setting, en onderscheyt der Spieren in’t algemeyn”, “Van de Werkinge de Spieren”, “Van de dienstbaerheden des Spiers” en “ Van de middelste en uyterste gesteltenisse des bewegings” om dan spiergroepen te bespreken zoals te doen gebruikelijk met geneeskundige boeken: “a capite ad calcem”: van top (kop??!!) tot teen.
Ieder hoofdstuk is gelijk opgebouwd: inleiding, voorsegging en openingh.
Plemp verwijst naar voorgangers allerhande, naar leuke weetjes, watjes en datjes.
Een voorbeeld dat hij aanhaalt is dat van de achterhoofdsspieren.
“Het ampt en Wercking deser Spieren is, den Huyt des Achterhoofts te bewegen. Wanneer dese Spieren heel hoogh reycken, in sulckdanige is ‘t heele vel des Hoofts verroerlick: soo waren geschapen, die welcken de H. Augustinus van de Stadt Godts redenvoerende schreef, dat sy kosten ‘t gansche haer op ‘t Voorhooft na believen halen en herhalen. De aerdt-oordelaers, dat is, die uyt eenige sichtbare mercken den aerdt en genegentheden des Mensch nasporen, seggen, dat die gene een vet en vleysigh Hooft geloot hebben, taeyer en langduriger leven genieten.”
En het begin van de beschrijving van de voorhoofdsspieren:
“‘T Voorhooft, welck is een uytbeelder vander Menschen droefheyt, blijdtschap, sachtmoedigheyt, en wreetheyt, heeft van de recht en gelijck deelende Natuur twee Spieren verworven..”.
Ook mooi gezegd is de inleiding van hoofdstuk 29 “Van de Blaes-Spieren”:
“Opdat het Water in de Blaes versamelt tegel en dankck niet en soude uyt-sijperen, heeft de voorsichtige Natuer met een ronde Spier sijn Krop omwalt.”
Plemp wijdt een hoofdstuk aan de “Manlickheyt-spieren (3 pagina’s), aan de Kloot-spieren (2 pagina’s), en de Vrouwelickheyt-spieren (slechts halve pagina).
Hij houdt een lange inleiding over de
“ontblootingh des schaemelheyts die by alle volckeren schandelick gehouden wordt en oneerlick; dese stof kan by kuysche menschen niet sonder schaemte gehanteert worden…”
Maar anderzijds:
“Ick vinde raedtsamer, dat dit myn werck een weynigh buyte de palen des eerlickheudts wycke, als dat het gebreckigh zy of manck gae.” En verder: “Ick vang dan sonder schaemte de schamelicke Leden aen, uyt de welcken oock gelijck uit al, Natuers Godtlickheyt afschijnt.”
Na anderhalve pagina inleiding schrijft hij over de spieren van de mannelijkheid:
“Er worden twee paer getelt. ‘T Eerste kort en dick. Begint Zenuwigh onder aen de wortel des Manlickheyts, in de welke het voort Vleysigh wordende sich endt. Hun gebruyck iss het Manlick lidt te rechten, of, eigenlicker, te stuerenin ‘t Minne-spel.”
“Het tweede paer is langer ontspringende Vleysich van de Sluyt-spier des Eyndel-darms, en opklimmende na de langhte des Manlickheyts, eyndight ontrent haer midden. Hun Ampt is, voornamentlickt den Water-gangh te verbreeden, dienstigh soo in ‘t Wateren, als in de onderlinge vermengingh, op dat het saet een vrye en rechte uytschietingh hebben sou.”
Van de “Kloot-spieren” zegt hij:
“De Klooten zijn, in de welcke ‘t Zaet tot volkomenheyt gebrocht wort. Dese zyn van alle Ontleders Spieren toegeschreven, die hem op-hangen, en dies d’op-hangers by de Griecken geseyt. Beginnen aen weder-zijde, daer de schuyn op-klimmende Buyck-Spieren, te weten by ‘t schaemelheyts Been: en met de bereydende Zaets vaten neerdalende eyndigen in de Klooten. Hun oeffening is in de wellustige twee-strijt de Klooten op te halen, op dat alsoo de vaten verkort, en dies ruymer wesende aen ‘t Zaet vrijer schoot geven souden, de welcke anderss doot ‘t gewicht der hangende Klooten gereckt en benauwt worde.”
En ook:
“Verkrompen en opgeschorte Klooten te hebben beduydt welvarentheyt, en voornementlick genegentheyt en gereethet tot het Minne-spel, als den rigtigen Vrouwen niet ontkundt is. De reden deses magh zijn, dat de laegh-hangende Klooten van de nederige Buyck aafwijckende, niet en kunnen genoeghsaem van de ingeboren natuyrlicke warmte gebroedt worden tot voortbrengingh des Zaets. De langh en slap hangende Klooten en Kloot-sackje werwissen ons van verswackingh der krachte door ouderdom, of siekte”
Tenslotte, heel kort, de volledige tekst van het hoofdstuk “van de Vrouwelickheyt-spieren”.
“Na even-redenheydt des Mannelickheydts hebben ons eenige nauwe natuyrs Ondersoeckers oock in de Vrouwelickheyt Spieren voorgedragen: Eensdeels tot vermeerderingh des wellusts streckende, anderdeels tot een hou-vast des Lijf-moeders dienende. Ick hou my aen mijn Recht-snoer en stock-regel: dat geen vrijwillige verroeringh oeffent, is geen Spier; de gedeelten des Vrouwelickheyts, die sy Spieren toeschrijven, worden niet vrywillighlick beweegt: Des mogent geen Spieren genaemt worden. Soo doch hier in de schoot des schaemtes een duystere bewegingh waer-genomen werdt, is ontwijfelick den nabuyrigen Eyndeldarms en Blses Sluyt-spiren toe te eygenen, dewelcke met de Krop of ingangh des Lijf-moeders geknocht zijn.”
Tot zover enkele uittreksels uit Plemp’s Verhandeling der Spieren.
Alles bij elkaar 176 dicht beschreven bladzijden over spieren, zonder enige tekening, dit in volledige tegenstelling tot een werk uit 1660 van de Leidse anatoom van Horne, met prachtige tekeningen van Sagemolen, een werk dat in de vergetelheid geraakt is maar recent herontdekt werd in de BUI Santė in Parijs (Interuniversitaire Bibliotheek van de Gezondheid in Parijs).
2 Ophtalmographia sive de oculi fabrica, actione et usu praeter communem medicorum et philosophorum opinionem
Amsterdam 1632.
De eerste editie is uitgegeven in 1632, tijdens Plemp’s Amsterdamse periode en opgedragen aan zijn professoren uit Leiden: Schrevelius, Heurnius, Vorstius en Valckenburgius. Zijn oom, Cornelis Gysbertus Plempius draagt een van zijn Latijnse gedichten aan hem op.
De tweede editie verscheen in Leuven in 1648, het jaar van de Vrede van Munster en was aanmerkelijk vermeerderd. Ze is opgedragen aan aan graaf Peňeranda: ‘Illustrissimum & Excellemtisssimum Dominum D. Gasparem Bracamonte Gusman, Comitem de Pennaranda. Lovanii, Typisa c sumptibus Hieronymi Nempaei, Anno MDCXLLVIII’
In de dedicatie werden de vredesbemoeienissen van deze Spaanse graaf met de hoogste lof bezongen en zijn persoonlijk aandeel in het succes van de onderhandelingen sterk benadrukt. De inleiding onderstreepte ook de nauwe verbondenheid tussen de Zuidelijke en de Noordelijke Provinciën: “met hetzelfde geloof en heilige vriendschap, met een gemeenschappelijke taal.”
Er was oprechte vreugde toen de berichten over het succes van de vredesonderhandelingen binnenliepen. Begin juni 1648 werd de officiële afkondiging van de vrede bekend en in Leuven was er feest. De universiteitsraad besloot dat alle leden van de universiteit uitgenodigd werden om bij te dragen tot de feesten. Toen bekend werd dat de leider van de Spaanse delegatie, graaf de Peňeranda, op zijn terugreis Leuven zou aandoen, werd besloten hem op bijzonder plechtige wijze te begroeten. De hoogleraar die het nauwst bij deze ontvangst was betrokken, was geen jurist, maar wel ……Plempius.
De derde druk verschijnt in 1659, nu met aanmerkingen van zijn collega Gerard Gutschoven, professor in de wiskunde.
Plempius verbetert de dwalingen van Galenus en past de optische principes van Kepler toe, gepubliceerd in 1604. Dit traktaat is verdeeld in vijf delen.
In de eerste is de anatomie van het oog beschreven. Plempius corrigeert Vesalius, aan wie hij verwijt dat hij de ogen van runderen heeft ontleed en niet die van mensen. Plempius is de eerste om zes spieren van het oog te beschrijven, om de vorm van de lens te beschrijven en om de juiste plaats aan te tonen waar de oogzenuw het oog binnenkomt.
De volgende drie delen van de verhandeling beschrijven het licht en het effect ervan op het zien.
In het laatste deel worden de meest voorkomende oogziekten beschreven.
Plempius herkent granulaties in blefaritis en hij realiseert zich dat scheelzien te wijten is aan een spieraandoening. Anderzijds schrijft hij nog steeds aderlaten en purgeermiddelen voor als behandelingen bij oogziekten.
Deze interesse in oogheelkunde doet denken aan die van Johannitius (Hunayn), acht eeuwen eerder, toen de laatste zijn werk ‘Boek van Tien Verhandelingen over het Oog’ en zijn ‘Boek met vragen over het oog’ schreef.
Het proefschrift van Vanagt uit 2010 ‘De emancipatie van het oog: V.F. Plempius’ Ophtalmographia en de vroegmoderne medische denkbeelden over het zien.’ heeft dit werk in de actualiteit gebracht, temeer omdat ze het experiment nl. het herhalen van de dissectie van een koeienoog, verfilmd werd door haar nicht en te zien is op Youtube[2]. Ook diverse kranten hebben hierover bericht.
3 Ontleeding des menschelycken lichaems. Eertijts in’ t Latijn beschreven door Bartholomeus Cabrolius. Nu verduytscht en met by-voechselen als oock figuren verrijckt.
Amsterdam,1633, gedrukt bij Cornelis van Breugel.
In 1633, het jaar van zijn benoeming tot hoogleraar in Leuven publiceerde hij een bewerking met aanvullingen van het Alphabeton anatomikon van zijn collega Bartholomeus Cabrolus uit Montpellier. Veel door hem ingevoerde Nederlandse termen worden nog steeds in de anatomie gebruikt.
Hij toonde zich er een voorstander van om niet alleen in het latijn maar ook in de volkstaal te schrijven
“tot ghenoegingh der liefhebberen” en verdedigde dit tegen eventuele critici: “de geleerdtheydt en lijdt niet, dat al haar gheheymnissen in ‘t Duytsch uytgestort werden”.
Meestal verschenen medische werken in het Latijn maar Plemp bedoelde zijn werk vooral voor de chirurgijns die meestal geen latijn beheersten. Hij droeg dit werk op aan Nicolaas Tulp, vooral bekend van Rembrandt’s anatomische les. Joost van den Vondel schreef
“eenige lofversen op B. Kabrools ontleding des menschelijken lichaems verduitscht door V.F. Plemp, nu professor te Loven”.
4 Oratio/Thesis
1633
Om aan de academische reglementen te voldoen, moest Plempius opnieuw een oratio/proefschrift verdedigen. Het gekozen onderwerp getuigt van zijn onophoudelijke belangstelling voor filosofie: ‘Medicus philosophus sive de medicina philosophia conjugenda’. Dit wordt geciteerd door de Moreau maar is zo goed als zeker in de brand van 1914 verloren gegaan, net zoals al zijn manuscripten.
Meteen na zijn aankomst in Leuven publiceerde Plempius alleen nog in het Latijn, de gebruikelijke taal van artsen en professoren. Het is echter geen netjes en verfijnd Latijn, maar een zwaar en onnauwkeurig maar niettemin wetenschappelijk correct jargon, door hemzelf beschreven als “acribologie” (het vermogen om jezelf nauwkeurig en helder uit te drukken in taal en schrijfstijl).
Veel informatie door: Banga, Tricot, Haan Broeckx, Allard, Kerkhoff, Vanagt, DELPHER.
- Alberti Kyperi (1645) … Institutiones physicae: in fine adjecta est Confutatio pseud-apologematis, quod plempius fundamentis suis medicinae subjunxit: tomus prior org/details/bub_gb_iJvUd9erKWcC
- Allard H.J. (1873) Leden der Sociëteit van Jesus in het Haarlemse geboren. In: Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom van Haarlem, eerste deel,. (Via DELPHER).
- Allard H.J. (1885) Dr. Vopiscus Fortunatus Plempius. In: Volks-Almanak voor Nederlandsche Katholieken,
- Aloud A. Ibn Nafis and the discovery of the pulmonary circulation. The Southwest Respiratory and Critical Care Chronicles 2017; 5(17):71–73. net/publication/312645988_Ibn_al-Nafis_and_the_discovery_of_the_pulmonary_circulation
- Analectes pour servir à l’histoire ecclésiastiqu… (1903) Digital Library (mil.be)
us.archive.org/28/items/analectespourse06unkngoog/analectespourse06unkngoog.pdf - Baker G. (1818) Medical Tracts, read at the College of Physicians between the years 1767 and 1785.London. ca.archive.org/0/items/b33279780/b33279780.pdf
- Banga Jelle (1868). Geschiedenis van de Geneeskunde en vaan hare Beoefenaren in Nederland. Geschiedenis van de geneeskunde en van hare beoefenaren in Nederland, vóór en na de stichting der Hoogeschool te Leiden tot aan den dood van Boerhaave; uit de bronnen toegelicht: Banga, Jelle: Free Download, Borrow, and Streaming: Internet Archive
- Baumann E.D. (1910) Johan van Beverwijck, in leven en werken geschetst. Academisch proefschrift. org/details/b28038083
- Blok PJ en Molhuysen PC. (1924) Plemp, Vopiscus Fortunatus. In: Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6 [Plemp, Vopiscus Fortunatus], Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6, P.J. Blok, P.C. Molhuysen – DBNL
- Blumenfeld-Kosinski R. (2019) Not of Woman Born. Representations of Caesarean Birth in Medieval and Renaissance Culture. Cornell University Press. pub/not-of-woman-born-representations-of-caesarean-birth-in-medieval-and-renaissance-culture-9781501740480.html
- Broeckx C. (1855) Notice sur Roland Storms in: Annales de la Société de Medicine d’Anvers.
- Broeckx Corneille (1865) Prodrome de l’Histoire de la Faculté de Médecine de l’ancienne Université de Louvain depuis son origine jusqu’à sa suppression. Anvers.
- Broos Paul (2014). Meesters met het ontleedmes. De invloed van Vesalius op de anatomie en de heelkunde. Davidsfonds Uitgeverij.
- Broos Paul (2024). Snijden in dode lichamen. De ontdekking van het menselijk lichaam in de Lage Landen. Historiek, online historiekmagazine. Geschiedenis van de anatomie in de Lage Landen | Historiek
- Broos, Paul (2014). Meesters met het ontleedmes. De invloed van Vesalius op de anatomie en heelkunde. Davidsfonds.
- Broos, Paul (2019). Anatomia. De ontdekking van het menselijk lichaam in de Lage Landen (16e-18e eeuw), ISBN 9789462985810
- Conrad F.W. (1860) Over de verzinkingen van het Westerhoofd der nieuwe IJjdijken te Amsterdam. (over zandplempingen).
- Dalton J.C. (1884) Doctrines of the Circulation. A History of Physiological Opinion and Discovery, in Regard to the Circulation of the Blood”. org/details/doctrinescircul02daltgoog
- De Blegny N.(1682). Le remède anglais pour la guérison des fièvres: avec les observations de Monsieur le premier médecin de sa majesté… bnf.fr/ark:/12148/bpt6k57432d.image#
- De Feller F.X. (1840) deel 19 Geschiedkundig woordenboek of Beknopte Levensbeschrijvingen.
- De la Condamine Charles-Marie (1737). Sur l’arbre du quinquina. hathitrust.org/cgi/pt?id=hvd.32044107251456&seq=6
- De Moreau E. (1918) La Bibliothèque de l’Université de Louvain 1636 – 1914. Fonteyn Louvain. org/details/labibliothquedel00more
- De Nave, Francine (1986). Philologia Arabica: Arabische studies en drukken in de Nederlanden in de 16de en 17de eeuw. Museum Plantin-Moretus. ugent.be/en/catalog/rug01:000183159
- De Ram M. (1863) II. Anciens Statuts de la faculté de médecine de Louvain: appendice au Codex veterum statutorum Academiae Lovaniensis, avec une note sur le cérémonial et les fêtes d’une promotion au doctorat en médecine. In: Compte-rendu des séances de la commission royale d’histoire. Deuxième Série, Tome 5, pp. 391- 418. fr/doc/bcrh_0770-6707_1863_num_33_5_2770
- De Ram P., Reusens E. (1882) Analectes pour servir à l’ Histoire Ecclésiastique de la Belgique. Louvain. Bayerische Staatsbibliothek.
- Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren. Vopiscus Fortunatus Plempius. Vopiscus Fortunatus Plempius – auteur – DBNL
- Elaut en Plemp (BDNL) Kroniek, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden. Deel 92 – DBNL
- Elaut L. (1976) Vopiscus Fortunatus Plempius en de ontwikkeling van de Nederlandse ontleedkundige vaktaal. Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, jg XXXVIII, 1976, nr 5.
- Ensie Encyclopedie over alle mogelijkheden van de naam Plemp, Plempius, Vopiscus, Fortunatus (1914): Wat is de betekenis van Plemp, Vopiscus Fortunatus (ensie.nl)
- Faculteit Geneeskunde, Katholieke Universiteit, Leuven.bib.kuleuven.be/exhibits/show/oude-universiteit-leuven/faculteiten/faculteit-geneeskunde
- Foppens JF. (1739). Bibliotheca Belgica sive Virorum in Belgio vita, scriptisque illustrium catalogus, librorumque nomenclatura. Deel 2, pag 1158 ev. Met afbeelding van Vopiscus Fortunatus Plempius be/brocade/imageviewer/universalviewer/uv.html#
- Glesinger L. History of medicine; the birth of Vopiscus Fortunatus Plempius. Scalpel, Bruxelles,1955 Jun 25;108(26):673-8.
- Gysel C. The dental teachings of the Louvain professor Vopiscus Fortunatus Plempius (1601-1671). Rev Belge Med Dent. 1976, 31(1).
- Haan P.J. (1963) Notice des manuscrits des docteurs en médecine Vander Belen, Plempius, Peeters, Rega, etc. In: Annuaire de l’université Catholique de Louvain.
- Haan P.J. Notice sur la vie et les ouvrages de V F Plempius, in Annuaire de l’université Catholique de Louvain. 9 (1845) 209-32. P 211.
- Haan P.J. Prof. Notice sur la vie et les ouvrages de Vopiscus Fortunatus Plempius, Professeur de Médecine à l’Université de Louvain. Annuaire de l’Université Catholique de Louvain. 1845. Pag. 209 -233.
- Harris A.W. (1941) Fundamental Errors in the Early History of Cinchona. Reprint from Bulletin of the History of Medicine, Vol. X. 3 and 4, October and November. us.archive.org/19/items/sim_bulletin-of-the-history-of-medicine_1941-10_10_3/sim_bulletin-of-the-history-of-medicine_1941-10_10_3.pdf
- Heiser Laurentius (1718). De Valvula Coli, dissertatio anatomica.
ca.archive.org/0/items/b30539869/b30539869.pdf
deutsche-digitale-bibliothek.de/item/OFSDA5XILOET6CYRE6C5ZZV2NGZHX76R - Hermans A. De arts Baldo en de kinabast. Pharmaceutisch Tijdschrift voor Nederlands-Indië, No 5, 1930.
- Hirsch, August, “Plemp, Vopiscus Fortunatus” in: Allgemeine Deutsche Biographie 26 (1888), S. 270-271 deutsche-biographie.de/pnd124460623.html
- Houtzager H.L. Reinier de Graaf (1641-1673). In sijn leven naukeurig ontleder en gelukkig geneesheer tot Delft. Ferring Nederland BV, 1991. Idem, gepubliceerd in Regionaal-historisch tijdschrift, 23e jaargang, nummer 3, juni 1991
- Houtzager L. (1993). Het Cartesianisme in de medische faculteit te Leuven. Scientiarum Historiae 19, 2 pag. 143-148
- Houtzager L. (1993). Medical relations between the Northern and the Southern Netherlands in the 16th and 17th centuries. Sartoniana vol 06 1993
- Houtzager H.L. Plempius en de wetenschappelijke betrekkingen tussen de zuidelijke en noordelijke Nederlanden in de 17de Tijdschr. voor Geneeskunde, 36. Nr. 14-15, 1980.
- Jansma JR. (1919) Louis de Bils en de Anatomie van zijn Tijd. objects.library.uu.nl/reader/1874-269232?page=1
- Juynboll W.M.C.(1931) Zeventiende-eeuwsche beoefenaars van het Arabisch in Nederland. Utrecht. library.uu.nl/reader/index.php?obj=1874-300282&lan=en
- Kerkhoff A.H.M. (2016) Hoe worden we gezond oud? Een leidraad voor Heren met een zittend Leven. Enschede. utwente.nl/files/5134651/Plemp_totaal%2021-4-2017.pdf
- Kleijntjens J. (1924) Plemp Vopiscus Fortunatus. In: Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, VI, Leiden. org/tekst/molh003nieu06_01/molh003nieu06_01_1754.php
- Kok J. (1791). Vaderlandsch Woordenboek. 24ste deel, P-R, Amsterdam. org/arch/kok_013vade24_01/pag/kok_013vade24_01.pdf
- Kämpf P. (1931) Der Arzt Baldo als Förderer der Verbreitung der Chinarinde. Schweizerischen Apotheker-Zeitungm No 38,. org/details/b30628544
- Elaut wijdde een beschouwing aan de geboren Amsterdammer (1601-1671), sinds 1633 hoogleraar te Leuven, Vopiscus Fortunatus Plempius en de ontwikkeling van de Nederlandse ontleedkundige vaktaal (Mededelingen Koninklijke Academie van Wetenschappen in België, Klasse der wetenschappen, XXXVIII, nr. 5; Brussel, 1976, 35 blz.). Vopiscus kvab.be/sites/default/files/Fondscatalogus_KVAB_0.pdf
- Le Journal des Sçavans (1758), tome 8. Paris. Plempius pag. 97 bnf.fr/ark:/12148/bpt6k571944?rk=21459;2
- Lenarduzzi CM (2018). Katholiek in de Republiek: subcultuur en tegencultuur in Nederland, 1570 – 1750. universiteitleiden.nl/handle/1887/66483
- Lijfspreuk: zie: Portrait II 4225 – Porträtsammlung der HAB
- Lindeboom G.A. (1973) Reinier de Graaf, Leven en Werken. Elmar B.V. Delft
- Lindeboom G.A. (1974) Florentius Schuyl (1619-1669) en zijn betekenis voor het Cartesianisme in de geneeskunde. Martinus Nijhoff.
- Michaud, Louis Gabriel (1862). Biographie universelle ancienne et moderne ou histoire, par ordre alphabétique, de la vie publique et privée de tous les hommes qui se sont fait remarquer par leurs écrits, leurs talents, leurs vertus ou leurs crimes. Paris pag 514 digitale-sammlungen.de/BOOKS/download.pl?id=bsb10050450
- Monchamp G. (1886) Histoire du Cartesianisme en Belgique. Mémoires couronnés Académie Royale, Bruxelles. ‘Mémoires couronnés et autres mémoires. Collection in-8°. 39. 1886’, Image 82 of 656 | MDZ (digitale-sammlungen.de)
- Monchamps G. (1903) Plemp Vopiscus Fortunatus. Biographie Nationale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts, vol 17, pag 803/4. be/Academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2059.pdf
- Narbutt S. (1879) Über den Weichselzopf plica polonica. Disssertatie, Munchen.
digitale-sammlungen.de/de/view/bsb11387850 - Nelissen M. Plemp, het anatomisch theater en Vounck. Nieuwe stukken in het Universiteitsarchief. Ex Officina, Nieuws uit de Universiteitsbibliotheek, Jaargang 27/3, 2014.
kuleuven.be/over-ons/publicaties/ex-officina/exofficina-2014-3.pdf en ook:
heron.libis.be/virtuele-leeszalen/files/original/cfd85393d2fd698619e8e1137ccfdd085804b776.pdf - Patin Guy (2022). Correspondance complète et autres écrits de Guy Patin. parisdescartes.fr/patin/
- Petrescu Lucian ( 2014). Meteors and Mixtures. Problems of hylomorphtion in Aristotelian natural philosophy. Proefschrift. ugent.be/publication/8504510
- Plempius Cornelius Gysbertus (1616) . Amsterodamun Monogrammon. us.archive.org/6/items/corneliigiselber00plem/corneliigiselber00plem.pdf
- (1938) Natural History, Volume I: Books 1-2. Translated by H. Rackham. Loeb Classical Library 330. Cambridge, MA: Harvard University Press. Pag 38
- Portal Antoine (1770). Histoire de l’anatomie et de la chirurgie. Tome 2. . pag. 517 e.v. org/details/bub_gb_9UYIF1PCfZ0C
- Rega Henri-Joseph (1721). De sympathia, seu Consensu partium corporis humani, ac potissimum ventriculi, in statu morboso: dissertatio medica. google.be/books?id=mq9bAAAAQAAJ&redir_esc=y
- Reusens E. en Barbier V. (1925) Analectes pour servir à l’ Histoire Ecclésiastique de la Belgique; Deuxième série; Tome onzieme (XXVIIe de toute la collection). bnf.fr/ark:/12148/bpt6k1177770k?rk=21459;2
- Reyners M. (2021) Avicenna en de Canon van Geneeskunde in de Lage Landen.
Avicenna en de Canon van Geneeskunde – Wijsheidsweb – Quest for Wisdom - Roegiers J. De universiteiten in de Zuidelijke Nederlanden. In: De Zeventiende Eeuw. JG 13, 1997. org/tekst/_zev001199701_01/_zev001199701_01_0021.php
- Rolf van Tilburg.Voorouders (en nakomelingen) van Vopiscus Fortunatus Plempius nl/stamboom-van-tilburg-en-ferwerda/I17954.php#tab-directe-familie
- Rolleston H. (1930) History of Cinchona and its Therapeutics. An address at the Cinchona Tercentary Celebration at the Wellcome Historical Medical Museum, London, December 10. ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC7945151/pdf/annmedhist148140-0015.pdf
- Rompel J. (1905) Kritische Studien zur ältesten Geschichte der Chinarinde. Feldkirch. org/details/b2486061x/page/n5/mode/2up
- Sarmiente (2008), Javier Puerto. La Primera Globalizacion Metales Preciosos,. edu/50932249/LA_PRIMERA_GLOBALIZACI%C3%93N_METALES_PRECIOSOS
- Scheltema P. (1863) Aemstel’s Oudheid of Gedenkwaardigheden van Amsterdam, vijfde deel. Amsterdam, JH Scheltema, Plemp, naam
- Schuermans LW. Hoogleeraar Plempius in: De Eendracht, Zondag 19 maart 1865, nr 19 p 422
- Singer C. (1922) The Discovery of the Circulation of the Blood. ca.archive.org/0/items/discoveryofcircu00sing/discoveryofcircu00sing.pdf
- Siraisi Nancy G (1987). Avicenna in Renaissance Italy. The Canon and Medical Teaching in Italian Universities After 1500. Princeton University Press.
- Soers M. (1641) Assertio Thesium de Tertiana. deutsche-digitale-bibliothek.de/item/R3X5PL3OWT7TB4ZKEJCCI3XSBH5VADTI
- Soers M. (1641). Repetitio de Tertiana. deutsche-digitale-bibliothek.de/item/YJCTYGKPHAXYHE7QY7NRSDVKUJU7ADSO
- Sprengel Kurt ( 1827). Versuch einer pragmatischen Geschichte der Artzneykunde, Halle.
- Sterck J.F.M (1932) Oud en nieuw over Joost van den Vondel. Verspreide opstellen. De Spieghel, Amsterdam. org/tekst/ster002oude01_01/ster002oude01_01_0014.php
- Stėvart A. (1871) Procès de Martin Etienne Van Velden. Société de l’Histoire de Belgique, Bruxelles. us.archive.org/29/items/bub_gb_BuD0Jd0i4bAC/bub_gb_BuD0Jd0i4bAC.pdf
- Stoett F.A., Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden. W.J. Thieme & Cie, Zutphen 1923-1925 (vierde druk). Verantwoording over Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden, F.A. Stoett – DBNL Zie voor verantwoording: org/tekst/stoe002nede01_01/colofon.php
- Stolk A (1973) Johan van Beverwyck, zijn werken en zijn tijd. Philips-Duphar, Amsterdam. Plemp en bloedcirculatie Deel 6, pag 47
- Temkin O. Was Servetus influenced by Ibn An-Nafis? Bulletin of the History of Medicine. Vol.8 No 5, Mei 1940, pp. 731-734. org/stable/44442739
- Thiery M en Houtzager H. (1997) Der Vrouwen Vrouwlijcheit. Erasmus Publishing, Rotterdam. pag 77
- Thiery M. Reinier de Graaf (1641-1673) and the Graafian follicle. Gynecol Surg 2009 6: 189-191 springeropen.com/counter/pdf/10.1007/s10397-009-0466-6.
- Titsingh Abraham (1750). Diana, ontdekkend het geheim der dwaazen, die zich vroedmeesters noemen. Amsterdam. google.nl/books/about/Diana_ontdekkende_het_geheim_der_dwaazen.html?id=j6NlAAAAcAAJ&redir_esc=y
- Tollebeek Voorgeschiedenis en vormverandering. Historische tijdschriften in België, 1870-1922 Revue belge de Philologie et d’Histoire Année 1998 76-4 pp. 847-870 fr/doc/rbph_0035-0818_1998_num_76_4_4303
- Torello J. Michael Servetus on “Pneuma”. J of Psychology & Clinical Psychiatry. Vol 2, issue 2, 2015. com/JPCPY/JPCPY-02-00060.pdf
- Tricot JP. Vopiscus Fortunatus Plempius, Vesalius, VI, 1,11-19, 2000 parisdescartes.fr/ishm/vesalius/VESx2000x06x01.pdf
- Tricot-Royer J (1925). La Bibliotheque de Vopiscus Fortunatus Plempius. Bruxelles, Goemare. La bibliothèque de Vopiscus Fortunatus Plempius, professeur de médecine au XVIIe siècle / par le Dr Tricot-Royer,… | Gallica (bnf.fr)
- Van der, A.A. (1852) Biografisch woordenboek der Nederlanden. Deel 1. J.J. van Brederode, Haarlem. org/tekst/aa__001biog01_01/colofon.php
- Van der, A.A. (1872) Vopiscus Fortunatus Plemp of Plempius. [Vopiscus Fortunatus Plemp of Plempius], Biografisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15, A.J. van der Aa – DBNL
- Van Hee R. (2020) The Influence of Arabic medicine on surgery in the Lower Countries. Acta Chirurgica Belgica, February. The influence of Arabic medicine on surgery in the Low Countries (researchgate.net)
- Van Houdt, T. ‘Cornelius Giselbertus Plemp’ in: Jan Bloemendal en Chris Heesakkers, Eds., Biobibliografie van Nederlandse Humanisten. Digitale uitgave DWC/Huygens Instituut KNAW (Den Haag 2009). knaw.nl
- Van Houdt, T. Over boeken en gezondheid. Enkele gezondheidsboekjes uit de Nederlanden. Geschiedenis der Geneeskunde, nr. 3, mei 1995.
- Van Meekeren, Job (1979) Heel- en Geneeskonstige Aenmerkingen. Facsimile, Librije der Geneeskonst, Stafleu ‘s Wetenschappelijke Uitgeversmaatschappij.
- Vanagt Katrien (2010). De emancipatie van het oog: V.F. Plempius’ Ophtamographia en de Vroegmoderne medische denkbeelden over het zien. Proefschrift. De emancipatie van het oog: V. F. Plempius’ Ophthalmographia en de vroegmoderne medische denkbeelden over het zien – Ghent University Library (ugent.be)
- Vanpaemel Geert (2012). The Louvain printers and the establishment of the Cartesian curriculum net/publication/290893578_The_Louvain_printers_and_the_establishment_of_the_Cartesian_curriculum
- Verbeek T. (2016) Plempius (Plemp), Vopiscus Fortunatus (1601-1671). Cambridge University Press. Plempius (Plemp), Vopiscus Fortunatus (1601-1671) – The Cambridge Descartes Lexicon
- Verbeek T. et al. (2003) The Correspondence of Rene Descartes 1643. Quaestiones Infinitae. Department of Philosophy Utrecht University, Vol XLV.
- Vincent, Jean-François and Chloé Perrot (2016) Van Horne J en Sagemolen’ s myology.
u-paris.fr/medica/bibliotheque-numerique/assets/pdf/van-horne_en.pdf
Zie ook: dn790004.ca.archive.org/0/items/BIUSante_ms00030/BIUSante_ms00030.pdf - Vopiscus Fortunatus Plempius, Portret op 47-jarige leeftijd van Paulus Pontius (vermeld op object), 1648 van Paulus Pontius naar een schilderij van Gerard ter Borch, Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-1905-4472
- Vopiscus Fortunatus Plempius. Gravure door Theodor Matham naar schilderij (1643) van Jacob Adriaensz. Backer, Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-OB-23.255
- Wapenschild familie Plemp (1758). Historische Geslachtswapens (wazamar.org)
- West John (2017). Ibn al-Nafis, the pulmonary circulation, and the Islamic Golden Age. com/pulmonary-circulation
- Wingens M. (2017) nl/personen/v/valckenisse-maria-margaretha-van Valckenisse
- Wingens, M., “A ‘holy nun’ in a Protestant country: Maria Margaretha van Valckenisse (1605-1658)” , in: Jürgen Beyer, Albrecht Burkardt, Fred van Lieburg en Marc Wingens (red.), Confessional Sanctity (ca. 1550-ca. 1800) Frankfurt am Main.
- Wingens, M., “Oirschot – Maria Margaretha der Engelen”, in: Peter Jan Margry en Charles Caspers (red.), met medewerking van Marc Wingens en Ottie Thiers, Bedevaartplaatsen in Nederland 2. Noord-Brabant, Hilversum, 1998, 669-677.
Noten
[1] Tulp is geboren als Nicolaes Pietersz. Later voegt hij er zelf Tulp aan toe. Petreus is de verlatijnsing van Pietersz.
[2] In waking Hours: https://youtube.com/watch?v=JWKmzD4yHy8. Zie ook: flandersimage.com/titles/in-waking-hours en shellsandpebbles.com/2017/10/20/in-waking-hours-historical-reconstruction-film-and-why-we-need-more-diversity-in-academic-output/















