Marcel Reyners (Bree, 1943) studeerde Grieks-Latijnse humaniora aan het St Michielscollege te Bree, België, en daarna geneeskunde aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij trouwde in 1968 met Marie-Claire Marx en heeft drie kinderen en 6 kleinkinderen.
Ik specialiseerde in verloskunde en gynaecologie, eerst in Leuven/Duffel en daarna in Sittard. Mijn militaire dienst omzeilde ik door ontwikkelingswerk in Tunesië, eerst in El Kef, uitgezonden door Dienst Technische Hulp, Den Haag, voor een project “Moeder- en Kindzorg”, gesuperviseerd door het Tropeninstituut, Amsterdam en daarna, als projectleider in Gafsa, voor een Belgisch project “Santé Familiale”, uitgevoerd door de Université Libre de Bruxelles.
Gedurende 17 jaren werkte ik in Meppel in de gynaecologenmaatschap van het Diaconessen Ziekenhuis.
Medische Ontwikkelingssamenwerking bleef mijn interesse hebben. Zo raakte ik betrokken bij de hulp aan Somalische vluchtelingen en de problematiek van vrouwenbesnijdenis, was medestichter van SMASH (Stichting Meppel-Afrika Steun en Hulp (!!!)) met het doel het fistelziekenhuis in Addis-Abeba te steunen.
Ik hield een key-lecture in Boston over kwaliteit in reproductieve gezondheidszorg voor Management Sciences for Health (MSH) tijdens een training voor Franssprekende artsen uit Afrika en publiceerde in Medisch Contact verschillende artikelen over vrouwen en gezondheid in derdewereldlanden.
Deze aandachtspunten resulteerden in twee grotere publicaties: “Het Besnijden van Meisjes, een leven lang leed en pijn” en : vertaling (uit Frans en Latijn) van het “Leerdicht der Geneeskunde” van de Perzisch-Arabische arts en filosoof Avicenna, beiden gepubliceerd door Uitgeverij Boom, Amsterdam/Meppel.
En toen kwam plots in 1993 een uitnodiging uit Boston: MSH was op zoek naar een Franssprekende gynaecoloog voor een project in Madagaskar.
Zo begon een zwervend bestaan als adviseur Reproductieve Gezondheid voor diverse projecten in evenveel landen en voor evenveel organisaties: Madagaskar, Cambodja, Albanië, Kenia.
Tussentijdse lege perioden werden opgevuld met kortere missies zoals evaluatie van een project van micro-kredieten aan arme vrouwen in Cambodja, een training in Spoedeisende Verloskundige Hulp in Burkina Faso, evaluatie van een VN hulpprogramma inzake fisteloperaties in Niger, Nigeria en Democratische Republiek Congo en een tussentijdse evaluatie van het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker opsporing in Cambodja.
Hoofdzaak was steeds overdragen van kennis door opleiding van verloskundigen en artsen.
Het is ook noodzakelijk om activiteiten te analyseren en evalueren door regelmatig te rapporteren, bijvoorbeeld: hoe is de moedersterfte geëvolueerd in Cambodja na 5 jaren? Of: wat is de effectiviteit van het WGO HIV preventie-onderzoek op de overdracht tussen moeder en kind? Of: hoe groot is de impact van een bevolkingsonderzoek in het opsporen van baarmoederhalskanker? En ook nog: hebben vouchers een invloed op deelname van arme vrouwen aan gezondheidsprogramma’s??
Het werd tijd om de fakkel door te geven aan jongere collega’s en in 2014 begon ik te genieten van familie, vrienden, huis en tuin, allemaal geneugten die erbij inschieten als je in de ontwikkelingshulpcarrousel meedraait: boeiend maar vermoeiend.
Het symbool dat ik vaak gebruikte: de schildpad, langzaam maar zeker. Maar soms wat aansporen tot meer spoed…
Wijsheden van Marcel Reyners