Susanne van Lent
Uit: Pabode, intern blad van de Pabo-opleiding HAN, 25 oktober 2018
De afgelopen weken ben ik in mijn hoofd aan het onderzoeken wat nou mijn ideale Pabo zou zijn. Onder andere door het bevlogen praatje van Sjef Drummen en de wonderbaarlijke ontwikkeling van onze zoon in het Agora-onderwijs raak ik er meer en meer van overtuigd dat intrinsieke motivatie dé sleutel is tot succes.
In de herfstvakantie waren mijn man en ik naar een museum waar kunst en natuur is gecombineerd in een prachtig park.
We liepen langs marmeren blokken. Ik zag dat er steeds hoekige vormen uit waren gehaald maar verder kwam ik niet met mijn kijken. Ik wilde verder en zei half hardop terwijl ik langzaam verder liep:
“Hier vind ik echt niks aan.”
Mijn man herhaalde:
“Ja, jij houdt hier niet van hè, maar ik vind dit soort dingen bere-interessant.”
De zon scheen en af en toe dwarrelde er een blad naar beneden. We stonden alleen bij deze witte marmeren blokken en hadden alle tijd.
“Wat vind jij daar zo interessant aan dan?”,
vroeg ik terwijl ik mij aarzelend omdraaide.
Mijn man begon te vertellen over Fibonacci-reeksen. We keken samen naar een paar van deze kunstwerken en terwijl we al kijkend, het kunstwerk hier en daar aanraakten en benoemden wat we zagen, raakte ook ik gefascineerd door wat ik zag.
Samen ontdekten we nieuwe aspecten aan de kunstwerken die in al hun eenvoud behoorlijk complex in elkaar staken.
Verhip, dacht ik terwijl we verder liepen en opgetogen was over mijn inzicht, gedeelde sturing is zo slecht nog niet!