Susanne van Lent
Uit: Pabode, intern blad van de Pabo-opleiding HAN, 5 april 2019
“Suus, hoe gaat ie?“
Maaike’s stem schalt door de fietsenkelder. Tussen ons in staat een hek. Ik sta achter het hek in een hoek mijn fiets van het slot af te halen en zij propt haar tas in het achterzitje.
“Hei Maaike”,
beantwoord ik haar uitroep, met een flinke uithaal zodat het lekker resoneert in die koude kelder.
Ik twijfel, wat zal ik zeggen?
Ik wil van alles zeggen en tegelijkertijd ligt het op mijn lippen om heel hard prima terug te roepen. Dat is makkelijk en snel want ik moet naar een afspraak.
Maar ik krijg die woorden niet over mijn lippen. Niet ten opzichte van Maaike.
Het doet me denken aan mijn ervaring lang geleden in Canada. Ik was 20 en was daar voor een paar maanden als student logopedie. Bij iedere begroeting kreeg ik te horen:
“Hi Susan, how are you doing?”
En iedere keer beantwoordde ik de vraag heel oprecht en uitgebreid totdat ik doorkreeg dat ik gewoon moest antwoorden:
“I’m fine and you!”
Ik vind het moeilijk om alleen goed te zeggen terwijl het beeld wat genuanceerder is.
Tegelijkertijd is er soms gewoonweg geen tijd om het leven uitgebreid te delen.
Ondertussen ben ik met mijn fiets aan de hand naar haar toe gesneld en lopen we samen de trap op.
Ik mompel wat over mijn gedachten over haar vraag en fiets weg.
Onderweg op de fiets oefen ik wat alternatieve uitroepen om de vraag te omzeilen:
“fijne dag”, “leuk je te zien”, “geniet van de zon hé”.
Maar ik kom er niet uit. Dat hoeft ook niet, ook al voelt het onaf.
En misschien, is dat wel precies het punt!
[1] Bron: How are you doing?