Susanne van Lent
Uit: Pabode, intern blad van de Pabo opleiding HAN, juni 2017
“Zullen we buiten gaan zitten?”
vraag ik terwijl Nick mijn kamer binnenloopt. Samen zoeken we een plek op een betonnen randje voor het gebouw.
Het buiten zitten is een bewuste keuze. Ik heb Nick twee weken geleden gesproken in de stage voor het eindgesprek en dat was een moeizaam gesprek. De toon van Nick was in mijn ogen defensief, wat ik benoemd had en het lukte niet om dat om te buigen. Ik had hardop mijn zorg uitgesproken hoe ik het zou vinden om met hem samen te werken als collega waardoor ik de boel op scherp had gezet. Zowel Nick als ik hadden de behoefte het hier nog over te hebben.
Ik wilde dit keer graag naast Nick zitten en niet tegenover hem. Het zou een beetje bizar zijn om op mijn kamer naast hem te gaan zitten maar buiten is dat makkelijk te realiseren.
Ik benoem hoe ik het gesprek heb ervaren en vraag hem hoe hij denkt dat het kwam:
“Als ik gewoon met jou in gesprek was zou ik gewoon kunnen antwoorden, maar omdat het een beoordelingsgesprek is wil ik het goede zeggen”.
Ik geef aan dat ik dat een pijnlijk antwoord vind én begrijpelijk omdat het inderdaad zo is dat ik de beoordelaar ben en dat in die zin onze rol niet gelijkwaardig is.
“Maar,” ga ik verder, “ik zie mijn werk als een grote verantwoordelijkheid omdat ik voel dat ik de taak heb om goede leraren af te leveren voor de toekomstige generatie”. “Snap je dat?”
vraag ik terwijl ik hem van opzij aankijk.
Nick blijft even stil en kijkt naar de grond.
“Ja, dat snap ik. Ik voel dat het zelfde”, knikt Nick. “Ik voel dat hetzelfde richting de kinderen, want ik voel ook die verantwoordelijkheid om het goed te doen”.
Het gesprek gaat door en ik heb het gevoel dat we net als de eekhoorn en de mier — uit de verhalen van Toon Tellegen — samen mijmerend door het bos dwalen. Als ik opzij kijk zie ik dat de eekhoorn door de zon prachtig oplicht met een gouden gloed.