Plempius publicaties 2

0

Marcel Reyners

Plempius Vobiscus FortunatusAcademische carrière – anekdoten en faits diverspublicaties 1publicaties 2
Publicaties van Plempius vervolg (volgorde: datum van eerste publicatie)

5 De Fundamentis Medicinae Libri sex, acribologia Scholastica Accurati

1638.

Dit is zijn opus magnum, voor het eerst verschenen in 1638 bij Uitgeverij Zegers in Leuven en het beleefde drie herdrukken. De herdrukken hebben een ietsje ander titel meegekregen, nl Fundamenta Medicinae.

Het zou een van de duidelijkste en complete werken zijn van geneeskunde uit de 17e eeuw. Het boek verscheen in 1638, een jaar na Descartes’ ‘Discours de la Mėthode’. Hij was er hoogstwaarschijnlijk al klaar mee toen hij eerder in hetzelfde jaar zijn correspondentie met Descartes begon, maar een deel van die uitwisseling voegde hij toe aan het gepubliceerde boek

Hij droeg het werk op aan staatsman, ridder en voorzitter van de staatsraad Petrus Roose die Plempius beschermde tegen ijverzuchtige mededingers en de tegenwerking van hooggeplaatste personen.

Banga vat het zo samen:

“De titel Fundamenta, grondbeginselen, noemen anderen Institutiones of Algemene Leerstellingen en zouden het hele vak van de wetenschap overzien. Hij begint met de vier grondstoffen, hun onderlinge menging en werking. Daarna komen de temperamenten, de humorenleer, hygiëne, ziektenleer, de symptomen, met een uitgebreide verhandeling van de polsleer, het belang van urineonderzoek, en tenslotte voorschriften over behandeling, leefregels, purgeren, aderlaten, bloedzuigers, koppen en scarificaties..”

Alles zoals bekend van Galenus en zeker Avicenna, wiens Canon hij deels vertaalde.

In de tweede editie heeft Plemp een verdediging opgenomen van Daniel Vermost die een licentiaat studie volgde aan de Leuvense universiteit getiteld: ‘Breve Apologema adversus dicteria et ineptias cujusdam Kypourou’ (Korte verdediging tegen de verzinselen en onzin van Kyper).

Kyper beantwoordde dit geschrift met ‘Responsio ad Pseud Apologema, quod Vopiscus Fortunatus Plempius secundae editioni Fundamentorum suorum Medicinae subjungi curavit’, dat hij bij zijne ‘Institutiones Physicae’ heeft gevoegd.

“In eerste instantie vond ik de ontdekking (van Harvey) niet correct, wat ik in woord en geschrift heb vermeld, maar later heb ik dat zelf heftig verworpen en afgekeurd en er me in verdiept en mijn (eerste) zienswijze zelf afgewezen in die mate zijn Harvey’s denkwijzen overtuigend en terecht: ik heb ze zorgvuldig allemaal onderzocht door eigen dissectie bij levende honden en ze juist bevonden: moge dit eveneens een waarschuwing zijn voor de beroemde Walaeus[1], hoogleraar in Leiden”.

In het voorwoord van de laatste uitgave benadrukt Plempius nogmaals dat hij de theorieën van Descartes niet deelt want: “geen katholiek mens kan hiermee niet akkoord gaan.”

Deze uitgave eindigt met een uitgebreide index van zaken en (geneeskundige) termen, met aanduiding van pagina en kolom.

De auteur geeft onomwonden zijn mening over allerlei zaken zonder de Ouden noch de Modernen te sparen; hij houdt er buitengewone meningen op na zoals: dat ouderen op natuurlijke wijze kunnen verjongen en hij verwerpt met stelligheid Descartes’ doctrine die hij niet alleen vals acht maar ook in tegenstrijd met de religie.

De Engelse arts James Prim(e)rose haalt dit werk van Plemp volledig onderuit in zijn uit 1657 daterend:

“De vernietiging van de grondslagen van de geneeskunde door Vopiscus Fortunatus Plempius, hoogleraar geneeskunde aan de Academie van Leuven. Waar vierhonderd van zijn fouten kort worden aangetoond door Jacobus Primirosius, doctor in de geneeskunde.”

6 Doctorum aliquot virorum in academia Lovaniensi judicia de philisophia Cartesiana S.L. et S.A.

 1653

“Beoordeling van enkele artsen aan de Universiteit Leuven over de cartesiaanse filosofie SL en SA 1653.”

Gepubliceerd in de derde uitgave van de Fundamenta en geschreven in 1652, 21ste december. Door Broeckx aangegeven als apart boek.

7 Animadversio in veram praxim curandae tartianae propositam a doctore Petro Barba, Ferdinandi Cardinalis ac Belgii Gubernatoris archiatro

1642

Opmerkingen betreffende de correcte behandeling van derdedaagse koorts, voorgesteld door Dr. Pedro Barba, kamerheer van Zijne Koninklijke Majesteit en Zeer Doorluchtige Infant Ferdinand van Spanje en Goeverneur van België.

8 Antimus Coningius Peruviani pulveris Defensor repulsus a Melippo Protymo

1655

Zie hoofdstuk over Poeder van de kinabast, pulvis peruvensis, pulvis febrifugus, pulvis indicus, Jezuïetenpoeder, pulvis commitessae etc

9 Avicennae canonis liber primus et secundus ex Arabica lingua in latinam translatus. Leuven

1658

Het was Plempius die, samen met Welsch[2], als laatsten, (gedeelten uit) Avicenna’s Canon vertaalden.

Haller was vol lof over Plempius’ werk dat “getuigd van diens scherp oordeel en taai geduld”. (Juynboll). Ook Sudhoff in zijn ‘Kurzes handbuch Geschichte Medicin’ vond deze vertaling voortreffelijk.

Zoals Plempius in zijn voorwoord aangeeft, beschikte hij over talloze uitgaven, zowel in het Arabisch (een manuscript uit de bibliotheek van de Leidse universiteit, meegebracht uit het Oosten door zijn leraar Arabisch in Leiden Jacob Golius; een ander manuscript uit Aleppo via diens broer, en een “groot en magnifiek manuscript” meegebracht door Cornelius Verhaegen uit Constantinopel) alsook, uiteraard, een kopie van de allereerste vertaling uit het Arabisch naar het Latijn van de hand van Gerardus van Cremona.

Ondanks de dertig jaren die hij aan vertaling van de Canon besteedde, bevat het alleen Boek I en II en, uit Boek IV, slechts het eerste gedeelte.

Boek I beschrijft essentiële medische en fysiologische principes gebaseerd op Galenus’ geschriften, beschrijvingen van de anatomie, dieet en algemene therapeutische procedures. Dit boek is de basis van zijn Fundamenta, de cursus voor zijn studenten.

Boek II geeft een lijst van medische substanties in alfabetische volgorde en hun algemene eigenschappen.

Het eerste hoofdstuk van het vierde boek commentarieert de verschillende soorten van koortsende ziekten.

Volgens Tricot is deze vertaling, vergezeld van notities, een schitterend werk van ruim 600 bladzijden. Iedere sectie en vooral die van boek II krijgt apart notities die hij de titel ‘Scholium Plempii’ (opmerkingen van Plempius) gaf.

10 De affectibus capillorum et unguium tractatus

1662

Verhandeling over de aandoeningen van het haar en de nagels. Met name bijzondere uitwendige aandoeningen van het menselijk lichaam.

Dit werkje van 84 pagina’s in kleine druk beschrijft diverse aandoeningen met betrekking tot huis en nagels in XXX hoofdstukken. Ieder hoofdstuk begint met een kort overzicht van de behandelde onderwerpen. En, zoals de gebruikelijke volgorde, “a capite ad pedes”, van hoofd tot voeten.

Plempius toont zijn belezenheid en refereert ontelbare malen naar wat Hippocrates, Aristoteles en Galenus maar ook naar Ovidius, Cicero, Plautus, Plinius en vele anderen.

Hoofdstuk I betreft hoofd en hoofdhaar.

Hoofdstuk II handelt over de grijze haren

11 De togatorum valetudine tuenda commentatio

Brussel 1670

Vertaald door A. Kerkhoff met als titel:
HOE WORDEN WE GEZOND OUD?
EEN LEIDRAAD VOOR HEREN MET EEN ZITTEND LEVEN.
DOOR VOPISCUS FORTUNATUS PLEMP
Ingeleid, vertaald en van aantekeningen voorzien door
dr. A.H.M. Kerkhoff,
emeritus hoogleeraar aan de Universiteit Twente.
Enschede 2016

1670

Zie voor volledige tekst:[3]

Van Houdt vermeldt dit “curieus” traktaat in zijn artikel ‘Over boeken en gezondheid, enkele gezondheidsboekjes uit de Nederlanden’

Verder vond ik via anet.be nog publicaties die Plempius betreffen:

1670 Beatus Petrus de Valle Rosia ordinis erem. S.P. Augustini […] Fortunatus Plempius […] poëta in collegio magni patris Augustini [c:stcv:12922667] – STCV. De Vlaamse bibliografie van het handgedrukte boek (anet.be)

1679 Calepinus anagramma, pelicanus […] Fortunatus Plempius […] poëta in collegio magni patris Augustini [c:stcv:12922679] – STCV. De Vlaamse bibliografie van het handgedrukte boek (anet.be)

1679 Beatus Fredericus Ratisponensis ord. erem. S.P. Augustini […] Fortunatus Plempius […] poëta in collegio magni patris Augustini

12 Munitio fundamentaorum medicinae Vopisci Fortunati Plempii adversus Jacobum Primerosium

Amsterdam, 1659

Dit werk is niet van Vopiscus maar van de hand van zijn neef Franciscus Pieterszoon Plempius

13 Loimagraphia, sive tractatus de peste

Amsterdam 1664

Dit werk werd ook ten onrechte aan Plemp toegeschreven (Broeckx en de Feller). Het is echter ook door zijn neef Franciscus Pieterz. Plempius geschreven.

Manuscripten en brieven

Volledigheidshalve moet worden vermeld dat van Plempius, buiten zijn gedrukte werken, vele manuscripten bekend zijn, bewaard in zeven volumes, beschreven in ‘Annuaire de Université Catholique de Louvain, 1863.’ door G. Monchamp.

Uit navraag bij bibliothecarissen van Leuven en Louvain-la Neuve blijkt, helaas, dat ze vernietigd zijn door de brand van de Universiteitsbibliotheek tijdens WO I.

Plemp hield er een ook uitgebreide briefwisseling op na.

Zo vermeldt Houtzager (1993) de briefwisseling met Descartes en van Beverwijck over de ontdekking door Harvey van de gescheiden bloedsomloop, een discussie die toen in alle hevigheid woedde:

“Wel gaf Plemp, na uitgebreid over dit onderwerp met Descartes en de Dordtse geneesheer Johan van Beverwijck gecorrespondeerd te hebben, in zijn boek een uitvoerige beschrijving van de experimenten door Harvey gedaan, maar zo zegt Plemp: “… sed rationem nullam video ab ipso productaquaenoscogat musteum hoc dogma accipere” (3) (… ik zie geen enkele reden, die ons dwingt deze kersverse leerstelling te aanvaarden).

In tegenstelling tot de vele geleerden in die tijd, die zich tegen de nieuwe leer van Harvey verzetten en in scherpe bewoordingen middels vlugschriften, disputationes en brieven hun fiolen van wetenschappelijke gramschap over Harvey uitstortten, is Plempius veel bezadigder en redelijker in zijn oordeel. Op aanraden van zijn Leidse confrater, de hoogleraar Johannes de Wale (1604-1649), heeft Plempius in Leuven zelf onderzoekingen aangaande de bloedsomloop verricht op levende honden.”

Guy Patin (foto: Alchetron, The Free Social Encyclopedia)

Met zijn collega Patin Guy, Doctor Regent en Decaan van de faculteit Geneeskunde van Parijs, Professor aan het Koninklijk College van Frankrijk wisselde hij diverse brieven, meestal in uiterst vriendelijke bewoordingen zoals bvb de aaanhef en einde van een brief gedateerd Parijs, de 28ste maart 1656 aangeeft:

“Au très distingué M. Vopiscus Fortunatus Plempius, docteur en médecine et professeur royal à Louvain.
Vôtre de toute mon âme, Guy Patin.”

Of een variant zoals in de brief van 27 juli 1656:

“Au très distingué M. Fortunatus Plempius, professeur royal de médecine à Louvain.
Guy Patin, votre entier dévoué.”

Bibliotheek van Plemp Tricot-Royer Joseph

Tenslotte een overzicht van zijn bibliotheek zoals beschreven door Tricot-Royer, die de bibliotheek “zijn wetenschappelijk arsenaal” noemt en “ons toelaat, na zo vele jaren, de ziel te peilen van een belangrijk persoon, aan wie niets vreemd bleef van wat zich in die tijd afspeelde.” De samenstelling immers  geeft een idee van de persoon Plempius en over zijn belangstelling voor vele dingen en gebeurtenissen van die periode.

De cataloog van de publieke verkoop, gedrukt in 1672 bij de uitgeverij Nempaeus, werd ontdekt door Maurice Sabbe in het Plantijn-Moretus museum rond 1925. De cataloog bestaat uit 34 bladzijden. De titelpagina ontbreekt maar, handgeschreven, op pagina drie, leest men:

“Catalogus Librorum C. L. Dni Plempij vendendorum Lovanij 1672; Bibliotheca Plempij venalis Lovanij 1672 per Nempaeum.”

De cataloog bevat in totaal 1074 titels:

  • 768 over geneeskunde (met als onderwerpen: algemene geneeskunde, chirurgie, gynaecologie, anatomie, fysiologie en embryologie; er zijn ook specifieke onderwerpen zoals lepra, pest.)
  • 238 werken over politiek, geschiedenis en literatuur
  • 8 boeken in het Italiaans en Spaans
  • 23 Griekse en Latijnse boeken
  • 39 werken over oosterse literatuur

En ook nog een hoeveelheid verder niet gespecifieerde werken:

“Et varii Arabici, Chaldaici et Thalmudici qui hic non exprimuntur.”

Veel informatie door: Banga, Tricot, Haan Broeckx, Allard, Kerkhoff, Vanagt, DELPHER.

Noten

[1] Walaeus is een tijdgenoot van Plemp. Hij verwierp aanvankelijk ook Harvey’s ontdekking maar, door onderzoek bij meer dan honderd honden stelde hij, samen zijn Leidense collegae, proefondervindelijk vast, zoals Plemp deed, dat Harvey het bij het rechte eind had.
[2]Welsch was een Duitse arts (geboren in 1624 en overleden in 1677). In 1674 publiceerde hij een vertaling van Avicenna’s methode voor het verwijderen van Guinea wormen (dracunculus medinensis).
[3] Zie: HOE WORDEN WE GEZOND OUD? https://ris.utwente.nl/ws/portalfiles/portal/5134651/Plemp_totaal+21-4-2017.pdf

Avatar foto

studeerde Grieks-Latijnse humaniora aan het St Michielscollege te Bree, België, en daarna geneeskunde aan de Katholieke Universiteit Leuven en specialiseerde in verloskunde en gynaecologie, eerst in Leuven/Duffel en daarna in Sittard.

Schrijf een reactie