Fred de Haas, vertaling/bewerking
Ma bohème |
Bohemien |
Je m’en allais, les poings dans mes poches crevées; Mon unique culotte avait un large trou. Et je les écoutais assis au bord des routes, Où, rimant au milieu des ombres fantastiques, |
Mijn handen staken in kapotte zakken Er gaapt een gat in mijn verweesde broek Ik luisterde, gezeten aan de kant De veters van mijn oude schoenen: snaren, |
Arthur Rimbaud[1] (1870) |
FdH (2023) |
Noten
[1] Arthur Rimbaud (1854-1891) schreef dit gedicht op 16 jarige leeftijd.
[2] Bron: Schoenen, Souliers (1886) ― Vincent van Gogh, Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)