Kans op troost

0

Gerard Wijers[1]

Tijdschrift Vrij, nr. 3, dec. 2010, www.devrijemare.nl

Onze verre voorouders, wier bestaan nog doortrokken was van religie, wisten wel dat het ondermaanse geen lustoord is. In de joods-christelijke traditie werd de gebrokenheid van het aardse bestaan aanvaard en begrepen als prijs voor de begeerde kennis van goed en kwaad en de daarmee verbonden vrijheid.

Ook boeddhisten winden er geen doekjes om: leven in deze wereld is lijden.

Dit traditionele realisme omtrent de menselijke conditie klinkt ons moderne mensen vreemd in de oren. Sinds de Verlichting schotelen wetenschap, democratie en kapitalisme ons een heel ander bestaan voor. Als we rationeel leren denken, de rechtsstaat actief steunen en in de economie ondernemend ons eigen belang najagen, staat in principe niets de groei van ons geluk in de weg. In Amerika, waar deze zonnige levensbeschouwing het sterkst tot ontwikkeling is gekomen, spreekt men van the American dream en van ieders recht op the pursuit of happiness.

The Varieties of Religious Experience

Dat deze droom niet voor iedereen realiseerbaar is werd in 1902 al duidelijk gemaakt door een prominente figuur op het toneel van de Amerikaanse cultuur: William James. In zijn “The Varieties of Religious Experience”, maakt hij het onderscheid tussen twee persoonlijkheidstypen en de daarmee corresponderende vormen van religiositeit: “the healthy minded en the sick soul”.

Het eerste type gaat optimistisch door het leven, denkt positief en beschouwt the American dream als een wenkend perspectief. Het tweede type wordt gekweld door innerlijke conflicten, goed en kwaad strijden in hem of haar om de macht over doen en laten en het bestaan in de wereld wordt vaak als verwarrend en pijnlijk ervaren. Hij of zij herkent zich in de tragiek van Paulus, als hij schrijft: “Wat ik wil dat doe ik niet, wat ik niet wil dat doe ik”. Typerend is ook deze uitspraak van Annie Besant, eertijds voorzitter van de theosofische vereniging: “I have ever been the queerest mixture of weakness and strength and have paid heavily for the weakness” Kortom: zij lijden onder de dualiteit en daarom spreek ik liever van dualistische persoonlijkheid dan van zieke ziel. Deze persoonlijkheid heeft, volgens James twee bijzondere ontwikkelingsmogelijkheden:

  1. Hij/zij kan worden herboren als geestelijk wezen in de eigen binnenwereld en zichzelf genezen door overbrugging van de innerlijke tegenstellingen. Het herstel van de eenheid in de beleving van de werkelijkheid heeft een religieus-mystieke kwaliteit.
  2. De vruchten van de innerlijke strijd kunnen door hem of haar worden ingezet in de uiterlijk-politieke strijd voor cultuurhistorische ontwikkeling.

Cultuurhelden zoals Paulus, Augustinus en Nietzsche waren zonder uitzondering dualistische persoonlijkheden.

De dualistische persoonlijkheid is mij niet vreemd. Ik herken die in mijn directe omgeving, bij mijn cliënten en in mijzelf. Ik meen ook een toename van dit type persoonlijkheid waar te nemen. Wat mij hierbij opvalt, is dat zij zich in de meeste gevallen niet bewust zijn van de religieuze aard van hun bestaansbeleving en ook niet van hun mogelijkheid tot geestelijke hergeboorte, zelfgenezing en bijdragen aan cultuurhistorische ontwikkeling. Hier is duidelijk sprake van een verborgen talent.

Niet vreemd, deze verborgenheid, omdat de mogelijke zin van het lijden in de wereld, voor de bewustwording, opnieuw ontdekt moet worden, onder de verstikkende dekens van verouderde religieuze instituties en de dominante, plat-materialistische cultuur, waarin alle aandacht uitgaat naar het verder optuigen van ieders consumptieve comfortzone.

Op zoek naar oplossing van de conflicten in mijn eigen belevingswereld ben ik er achter gekomen dat aandacht besteden aan de innerlijke pijn, verwarring en besluiteloosheid altijd vruchtbaar is als aan twee voorwaarden wordt voldaan: acceptatie van de onaangename, innerlijke feiten en openheid voor verhelderende invallen daarbij. Als aan deze condities wordt voldaan gaat aandacht voor de pijn (mindfulness) altijd gepaard met inspiratie, waardoor het leed draaglijker wordt. Het gaat om associaties, waardoor ik het conflict beter begin te begrijpen, een vermoeden krijg van een grotere samenhang met andere verschijnselen en ontdek wat me te doen staat. Deze associaties voelen eerst kloppend, verrijken daarna het begrip en versterken tenslotte de wil.

Vaak heb ik hierbij gedacht aan de werking van de heilige geest, die in het Johannesevangelie als troostend wordt beschreven. Het gaat hier om een vorm van meditatie of reflectie, om een manier van wakker worden uit een door het lustprincipe gedomineerde, dierlijke bestaanswijze en om een geestelijke ontwikkeling, die zonder het lijden nooit op gang zou komen. Een “sick soul” als onvermoede mogelijkheid tot spirituele groei “het kan verkeren”.

De hoogste tijd, dat deze kans op troost meer aandacht krijgt, dat het verborgen talent van de dualistische persoonlijkheid geopenbaard en ontwikkeld wordt en wij daardoor een weg vinden uit het culturele en politieke slop, waarin wij zijn terechtgekomen.

[1] Met dank aan mijn echtgenote, Anke Wijers-Schets, voor haar kritische, opbouwende kanttekeningen.

Avatar foto

begon zijn loopbaan als psychotherapeut, raakte betrokken bij arbeidsongeschiktheid en ging uiteindelijk verder als arbeidspsycholoog. Hij is geïnteresseerd in de eisen die de postmoderne samenleving stelt aan de mens op weg naar en in het arbeidsproces. Eerst als medewerker van een para-universitair instituut, later als directeur van het IBLP heeft hij bijgedragen aan de vernieuwing van concepten, methoden en instrumenten voor de praktijk van de beroepskeuze en loopbaanpsychologie. Daarnaast werkt hij als loopbaancounselor, coach en trainer.