Saudade ― Portugese fado’s bij het QFWF afscheid van Joke Koppius
Fred de Haas, toelichting, vertaling/ bewerking
Belos Tempos ― Vinte Anos (O Meu Primeiro Amor) ― Maria Madalena ― Lisboa Antiga ― Ai, Mouraria ― O Embuçado ― Coimbra ― Minha Mãe Foi Cigarreira ― Por Morrer Uma Andorinha ― Valeu A Pena

De Mouraria (Moorse wijk) die herinnert aan de tijd dat de Moren[2] (Arabieren) het land nog bezetten, is een van de oudste buurten van Lissabon, samen met de Alfama, de Bairro Alto en Madragoa, namen die op zich al een klankgedicht vormen. Het was een kleurrijke buurt met veel restaurantjes en bordelen, waar de fado een ongekende populariteit genoot.
De Mouraria is waarschijnlijk de meest bezongen buurt van Lissabon en de geboorteplaats van de beroemdste fadozangeres van de 19e eeuw, Maria Severa. De Mouraria gaf ook zijn naam aan de klassieke fado van Amália Rodrigues die in 1945 het lied voor het eerst opnam in Rio de Janeiro, voordat het zijn vleugels uitsloeg naar de rest van de wereld.
Het lied bezingt de tijd van de straatverkopers die luidkeels hun waar aanprezen, de tijd waarin er optochten en katholieke processies door de straten trokken en de fado hartstochtelijk werd gezongen.
Gezongen door Amália Rodrigues
Ai Mouraria |
De Moorse buurt |
Ai Mouraria da velha Rua da Palma Ai Mouraria do homem do meu encanto Ai Mouraria dos rouxinóis nos beirais |
Ach, Moorse buurt, je oude Palmboomstraat, Ach, Moorse buurt, fadista[2] waar ik dol op was Ach, Moorse buurt, je daken en je nachtegalen, |
Frederico Valério, Amadeu do Vale |
|
Noten
[1] Bron: Rua da Mouraria, Lisboa — Portugal visitor (P)
[2] Afkomstig van het Latijnse ‘maurus’ (= zwart) dat op zijn beurt is afgeleid van het Griekse ‘mavros’ dat dezelfde betekenis heeft.
[3] Fadozanger of -zangeres