Susanne van Lent
Uit: Pabode, intern blad van de Pabo-opleiding HAN, 24 augustus 2018
Maandag startten we het nieuwe schooljaar traditiegetrouw met de personeelsdag.
Na de opstart met koffie en taart gingen we aan de slag met een workshop.
Ik ging zingen en dansen. De warming-up, die ik gewend ben te doen met de studenten in de lessen logopedie, ging gepaard met een van de studenten herkenbaar gegrinnik terwijl eenieder een beetje schutterig om zich heen keek. Daarna kregen we een lied op papier uitgedeeld.
Het tempo lag hoog en binnen no time vroeg de docent ons om het refrein uit het hoofd te zingen. Terwijl hij deze vraag stelde lachte hij vriendelijk. Ik wist nog amper hoe ik moest zingen laat staan dat ik het uit mijn hoofd kon. Ik keek wat zoekend om mij heen waarbij de vraag op mijn lippen brandde of we het niet nog een keer konden herhalen maar we gingen verder.
“Het kan jullie helpen om het eerste woord te onthouden”,
meldde de docent terwijl opnieuw het refrein werd ingezet. Van binnen oefenend met de woorden was het refrein al opnieuw ingezet en hopla we gingen verder naar het tweede couplet.
“Leg nu het blaadje maar weg”.
Voordat ik het gevoel had dat ik een beetje grip op de zaak kreeg waren we twee stappen verder. Ik zag onszelf zitten, als docenten van docenten in wording, die net als hun studenten of leerlingen in hun klas op hun eigen manier omgingen met de instructies die gegeven werden.
De een keurig met het blaadje onder zijn stoel gelegd, de ander met het blaadje gewoon op zijn schoot, en ik deed iets daartussen in. Blaadje op de grond, maar wel af en toe spiekend. De theorie over leren, verschillen, afstemmen en groepsdynamiek toonde zich in dat kwartiertje dat wij daar zaten te zingen in al zijn diversiteit in het praktische zijn van ons als groep.
“Het prachtige risico van onderwijs”.
Ik heb er zin in!