Susanne van Lent
Uit: Pabode, intern blad van de Pabo-opleiding HAN
‘Ik zie het niet meer zitten’,
snikte de student terwijl ze de mouwen van haar hoodie nog wat verder over haar handen schoof. Ze veegde de tranen van haar wangen en keek naar mij via het scherm. Ik keek terug.
‘Ach wat snap ik dat goed’
zei ik, in een poging troost te bieden.
Ik vroeg haar wat ze allemaal niet meer zag zitten en terwijl ik luisterde observeerde ik haar knusse kamer die ik op de achtergrond zag. De kerstboomlampjes strooiden gezellig licht om haar hoogslaper heen en een stapel kussens versierde haar bank.
Alles wat ze moest doen lukte niet:
‘ik werk twee uur terwijl ik eigenlijk wel acht uur moet werken’,
verzuchtte ze. Het was alsof ik mijn eigen dochter aanhoor die bij tijd en wijle ook zo worstelt met haar studie gecombineerd met op kamers wonen, corona en volwassen worden.
Terwijl ze nog wat verder huilde, zei ze dat ze een emotioneel wrak was. Ik kroop wat verder naar het scherm en zei dat dat goed uitkwam omdat ik dat ook ben. We lachten samen een beetje, zij als een boer met kiespijn.
Ik vroeg hoe haar dag er uit zag en ze vertelde dat ze iedere dag op tijd op stond, wandelde met een studiegenootje en samen met iemand at. Toch voelde ze zich alleen. Ze kwam in het weekend graag thuis maar daar kon ze niet studeren omdat het te druk was. Ik zag het zo voor me, een gezellige bende die ze verstandig verliet door de week om te studeren.
Zo zaten we een tijdje bij elkaar. Ze veegde nog een traan van haar gezicht en zei:
‘Ik ga mijn studiecoach maar eens mailen.’
Ik probeerde nog iets afsluitends te zeggen waarop ze bijna weer moest huilen, maar ze slikte. Ze trok haar schouders op en we kwamen tot de conclusie:
‘Zo is het nu’.