Reflectie
Niek van den Raad
Op Goede Vrijdag 17 april 1992 overleed mijn tweede vrouw Joke, na een kort ziekbed op 49-jarige leeftijd. Veel te vroeg. Ik had met haar heel oud willen worden, maar dat was ons niet gegeven. Ik stond er eensklaps alleen voor met twee vragen:
Hoe wilde ik mijn leven als weduwnaar invullen en hoe moest ik met mijn rouw omgaan?
Wat ik me nog helder herinner is het moment dat ik aan haar sterfbed zat: wanhopig, geschokt en intens verdrietig en toen in een flits dacht:
Jij gaat dood, maar ik niet, ik wil verder leven.
Dat besef heeft me de kracht gegeven door te gaan met mijn leven, op wat voor manier dan ook. Een half jaar na haar dood belande ik in een burn-out en moest afscheid nemen van een werkzaam bestaan als onderwijskundige.
Ik stond voor een nieuwe keus: Hoe wilde ik mijn leven naast weduwnaar zijn ook als WAO’er vormgeven? Daarbij hebben verschillende zaken een rol gespeeld. Mijn drang om gedichten te schrijven over wat me raakte in de natuur, de liefde, het toeval en de samenleving. Die behoefte en het verlangen om gedichten te schrijven is gewekt tijdens een retraiteweekend van de Kweekschool waar ik opgeleid werd tot onderwijzer. Sindsdien is het dichten een rode draad in mijn leven gebleven.
Het verwoorden van mijn rouw heeft mij zeer goed gedaan evenals het reizen door landen waar we op vakantie waren geweest, daar herinneringen oproepen, het opkomende verdriet voelen en toelaten, daar over schrijven en daarbij de heilzaamheid ervaren van de natuur en vooral die van het ruige en lieflijke Noorse landschap.
Daarnaast heeft het toeval me geweldig geholpen doordat er activiteiten op mijn pad kwamen die een beroep deden op mijn verbeeldingskracht en me prikkelden actief te worden en te blijven met name in de wereld van verbeelding.
Een toneelgroep die vooral kluchten speelde vroeg me of ik hun regisseur wilde worden, binnen een paar maanden regisseerde ik drie groepen. Daardoor geïnspireerd begon ik ook theaterstukken te schrijven: variërend van avondvullend tot eenakters en stukken voor kinderen. Een oude vriendin van Joke benaderde me met de vraag of ik een cabaretgroep wilde leiden van 50plussers die mild satirisch cabaret wilde maken. Zo kwam ook het verzinnen van humoristische scènes en het schrijven van cabaretteksten op mijn pad. Ook raakte ik in de Haarlemmermeer betrokken bij een organisatie die als doel had het amateurtoneel te ondersteunen en bevorderen.
Het verdriet om de dood van Joke werd minder maar verdween nooit, actief zijn in de werelden van verbeeldingskracht bleef heilzaam voor me.
In de jaren negentig richtte ik in de Haarlemmermeer een dichterskring op, Een van de dichteressen had een vertelkring opgericht en vroeg of ik mee ging doen en zo kwam de rol van verhalenverteller op mijn pad en is daar nooit meer van weggegaan. De liefde voor verhalen vertellen is gewekt op de Kweekschool bij het vak Creatief Spel. Als onderwijzer op een lagere school kon ik mijn klas en mezelf geen groter plezier doen dan de schooldag af te sluiten met een verhaal. Later verdween het verhalen vertellen naar de achtergrond maar die kwam via mijn dichterskring weer terug. In de groep zat ook een dichteres/journaliste die schrijfcursussen gaf en via haar kwam het schrijven van proza op mijn pad en is daar ook nooit meer van verdwenen. Weer twee dimensies erbij in mijn leven waardoor ik mijn verbeeldingskracht vorm kon geven in verhalen schrijven, en mede daardoor helen aan verdriet om het verlies van Joke. Naast het schrijven van levensverhalen en het verzinnen van verhalen voor kinderen, oh zo leuk, vooral voor mijn kleinkinderen, bleef het omgaan met verlies regelmatig een thema in mijn fictieve verhalen.
Op 10 januari 1999 bracht het toeval Maya op mijn pad, een vrouw die ook verlies had geleden, haar zoon was vlak voor zijn 17e verjaardag verongelukt. We herkenden in elkaar de wil om, ondanks wat er ook gebeurt, iets van haar leven te willen maken. Ze was ook actief met creativiteit en had een passie voor verhalen vertellen. Samen zijn we verder gegaan en De Blauwe Kom opgericht.
Een bevriend dichter vroeg me of ik zijn rol als docent creatief schrijven bij een welzijn instelling wilde overnemen. Dat deed ik en kon zo mijn didactische scholing als onderwijzer en onderwijskundige benutten om de verbeeldingskracht van anderen te stimuleren. Daarna ontwikkelde ik me ook tot schrijfcoach.
Met De Blauwe Kom zijn we ook vaak actief geweest voor kunstlijnen met gedichten en verhalen bij geëxposeerde werken en mede daardoor ontwikkelde ik een passie voor het fenomeen beeldgedicht.
Als ik een medaille om mijn nek zou hangen zou aan de ene kant beeld staan en aan de andere kant taal. Beeld en taal verbinden is voor mij de rode draad in mijn leven geworden en naast het plezier daaraan beleven ook heilzaam en vruchtbaar bij het doorleven van verdriet.
In 1993 heb ik mijn rouwgedichten gebundeld voor dierbaren in de bundel Met jaar dood onder mijn huid. Mijn rouw om het verlies van Joke is in de loop der jaren milder geworden, maar steekt toch nog regelmatig de kop op en ik bleef die rouw vormgeven in gedichten.
In 2015 besloot ik uit mijn rouwgedichten een selectie te kiezen en die vorm te geven in een bundel waarin een rouwproces tot uiting komt namelijk, van wanhoop naar aanvaarding tot weer vertrouwen op een gelukkige toekomst Voor de bundel heb ik een breder publiek gezocht en soms gevonden. De bundel heb ik als titel Woorden als schuilplaats gegeven. De bundel bestaat uit 29 gedichten, bij 8 gedichten is een illustratie toegevoegd, 4 van de hand van Maya en 4 van mijn hand.
Hieronder vier voorbeelden uit de bundel: Het verschil, uit de beginfase van rouw Magere seizoenen en Grafbezoek, uit een latere fase en Troostmomenten, geschreven vlak voor het uitkomen van de bundel.
Tevens voeg ik een voorbeeld toe van een verhaal waarin omgaan met verlies en thema is: het verhaal Salut d’Amour. Joke was naast een bevlogen docente Engels een begaafd pianiste, tekenares en schilderes. Salut d’Amour van Edward Elgar was een van haar favoriete pianostukken. Het is op haar begrafenis gedraaid.
Op een dag stond ik in de keuken koffie te zetten. Maya zat op de bank te lezen, toen ineens bij FM Klassiek Salut d’Amour werd gedraaid.
Ik schrok en schoot in een keer in een intens verlangen naar Joke, naar haar omhelzen en zeggen dat ik van haar hield en haar vreselijk miste. Die gedachte schiep verwarring omdat ik ook intens van Maya hield.
Die verwarring is het thema van het verhaal. Bij het schrijven van verhalen hanteer ik vaak het genre autobiofictie; een waargebeurde ervaring verpakken in een fictief verhaal.