Niek van den Raad, gedichten en schilderijen
Inleiding
Een kunstschilder beschikt over diverse middelen om een schilderij te maken zoals kennis van kleuren, compositie, materialen en stijlen en vaardigheden om met kwasten en/of paletten om te gaan. De dichter kun je een ‘woordkunstenaar’ noemen die beschikt over vijf middelen die beknopt worden gesproken en met voorbeelden toegelicht:
- waarneming
- emotie
- verdichting
- taalverschuiving
Waarneming
De dichter neemt iets waar dat hem raakt, bijvoorbeeld: een zonsondergang, een spelend kind, een dartelende vlinder, een eenzame oudere, een schilderij, een vluchteling op een strand, een dorp in puin na een aardbeving, het gezang van een merel. Hij drukt die waarneming uit in taal, in de vorm van een gedicht.
Een voorbeeld.
Uitzicht
in de verte rijst
een berg omhoog
een gebalde vuist
de zon koestert haar
met ijs gevulde poriën
voor mijn voeten
kronkelt gletsjerwater voorbij
voedt groene weiden
wolken drijven hoog over
geven me een koele adempauze
in mij groeit de stilte van
gestolde bergen
Emotie
De dichter verbeeldt in zijn gedicht wat hem bij een waarneming emotioneel raakt. Het kan hem blij, boos, verdrietig maken of pijn doen. Daarmee laat de dichter in en gedicht iets van zijn binnenkant weerklinken en verbindt daarmee de buitenwereld met zijn binnenwereld en leidt zo de lezer binnen in zijn belevingswereld.
Een voorbeeld
Bestemming
beslagen met wasem
van oud verdriet
nog niet ten volle uitgewist
bereikt de reiziger
een volgende station
tussen wachten op
of verder gaan
spreekt een vrouw
hem aan
onbevangen
verrast drinkt hij haar gezicht
weet dat zijn bestemming
voor hem staat
een nieuw evenwicht
nabij is
Verdichting
In een gedicht vat de dichter de werkelijkheid samen op een zuinige manier. Met zo weinig mogelijk woorden wil hij zoveel mogelijk uitdrukken.
De haiku is een uitstekend voorbeeld van verdichting.
Een voorbeeld
het blauwzwarte ven
weerspiegelt een ranke den
mijn ziel kijkt dieper
Taalverschuiving
Om zich uit te drukken doorbreekt de dichter soms de codes van de zinsopbouw en schuift met woorden en regels over het papier. Hij speelt met de woorden in het wit, daarbij hoort ook het afbreken van regels, ook wel enjamberen genoemd. Dat doet de dichter om een bepaalde spanning op te roepen.
Voor het enjamberen bestaan geen vaste regels, wel een paar die vaak toegepast worden:
- afbreken na een zinsdeel of woordgroep,
- afbreken waardoor een woord meer nadruk krijgt,
- afbreken waardoor elke regel iets nieuws toevoegt,
- afbreken om door de lay out de betekenis van een beeld te versterken.
Een voorbeeld
het leven is
het leven is breder
het leven is breder dan ik
het leven is breder dan ik dacht
dacht ik
dacht ik dan
dacht ik dan breder dan
dacht ik dan breder dan het leven
Muzikaliteit
Er zit muziek in een gedicht. Door klanken, ritme, metrum, rijm, spreiding van woorden en regels en stijlfiguren kan de dichter een gedicht op een bepaalde manier laten zingen, zijn eigen melodie geven.
Een voorbeeld
Vaders ritueel
rap, rap, rap
blink draai blink
bruin schil wit
blink draai blink
bruin schil wit
rap, rap, rap
het wasbleek lijf ontbloot
plons, plons, plons
spat