Mieke Berger
Costa Rica, 2005, bron: Tijdschrift InZicht, inzicht.org
Het thema onthechten spreekt ons vooral aan omdat we al of niet bewust weten dat hechten de oorzaak van lijden is. Immers alles waar we ons aan gehecht weten, zullen we een keer verliezen. Of het nu je relatie is met je partner of je kinderen, gezondheid, roem, rijkdom, comfort, overtuigingen en opinies: op een dag komt er een eind aan. Dat is verlies en elk verlies is pijnlijk.
Zoeken naar oplossingen
Het is niet verwonderlijk dat ons machientje, onze geconditioneerde mind of ‘ikje’, op zoek gaat naar oplossingen voor problemen. Daar is het tenslotte voor ingericht. Een voor de hand liggende oplossing is streven naar onthechting, immers waar je niet aan gehecht bent, levert je ook geen pijn op als je het kwijtraakt.
Dat soort onthechting levert echter een paar problemen op. Allereerst is het verlies van iets waar je aan gehecht bent niet minder pijnlijk als dat verlies ontstaat door een opzettelijke inspanning dan wanneer dat ontstaat door de ‘slagen van het lot’. We schieten daar dus niet zoveel mee op.
Het gevaar dat overigens op de loer ligt, is dat we ons gaan hechten aan het ‘onthechten’. We zoeken compensatie voor het pijnlijke verlies door een aan de materie ‘onthechte’ staat te verheerlijken en daar voor onszelf iets begeerlijks uit te putten. Namelijk het zelfvoldane gevoel dat wij toch wel verheven zijn boven zij die de genoegens van hun zintuigen najagen. Spiritueel inkomen, zou je dat kunnen noemen.
De valkuil is evident: we gaan ons hechten aan ‘onthechten’. De hond hapt in zijn eigen staart en we zijn nog niet veel opgeschoten.
Dualiteit ligt aan de basis van het probleem
Als we tot de kern van hechten/onthechten doordringen, zien we dat dualiteit aan de basis van het probleem ligt. Zolang we nog in een staat van kiezen en verkiezen verkeren, zijn we als iemand die de ene schuld inlost door de andere lening aan te gaan. Het geeft even wat lucht, maar de volgende schuldeiser staat al weer klaar om zijn vordering op te eisen. Wat schieten we ermee op?
Het echte probleem is de identificatie met ons ‘ikje’. Hier bedoelen we mee dat we denken dat we ons ‘ikje’ zijn en vergeten dat wij helemaal niet ‘ons ikje’ zijn, maar iets veel ruimers: namelijk dat wat het waarnemen van het ‘ikje’ mogelijk maakt. Dat is een onpersoonlijke ruimte, waarvoor woorden ontbreken om het te beschrijven. Het is Bewustzijn waarbinnen de wereld met alle ‘ikjes’ ontstaat. Allemaal weten we dat we zijn. Daar heb je niemand voor nodig. Als je zegt ‘Ik Ben’, spreek je waarheid. Als je zegt ‘Ik Ben een persoon met die en die eigenschappen, met deze bezittingen, die talenten, deze problemen’ dan spreek je een relatieve waarheid, wat eigenlijk een onwaarheid is. Je zou kunnen zeggen dat het menen dat je een persoon bent, de grootst mogelijke hechting is die zich maar kan voor doen. Want de persoon (het ‘ikje’) is waar de problemen samen met het lijden ontstaan. Zonder hechting kan er geen ‘ikje’ zijn. Zonder ‘ikje’ kan er geen hechting zijn.
Zonder hechting geen bestaan
Hechten heeft voor ons overigens wel een functie. Zonder hechting is bestaan niet mogelijk. Biologisch is de band moeder kind (ook een hechting) noodzakelijk voor de bescherming van het kind en dus noodzakelijk voor de instandhouding van de mensheid.
Het woord hechten is trouwens een prachtig woord voor wat we willen uitdrukken. Het is het synoniem voor ‘plakken’. Pas als gedachten blijven plakken kan er een ‘ikje’ ontstaan; het ‘ikje’ is tenslotte niet anders dan een verzameling van (veranderlijke) gedachten en net zo veranderlijke overtuigingen, die feitelijk ook niets anders zijn dan gedachten.
Ook gevoelens zijn van een gedachtekwaliteit. Je kunt zonder het denkapparaat niet bewust zijn van de gevoelens die in je leven. Kortom wat we menen te zijn is gebouwd rondom onze gedachten, die ons feitelijk ongevraagd bezoeken en waar we aan zijn blijven plakken.
Het ‘ikje’ is hechting
Denken, ego, persoon: het is allemaal synoniem voor hechting. Ook onze toekomstprojecties, dagdromen, verlangens, zorgen en angsten: het is allemaal hechting. En hechting is lijden, waarbij we telkens in de val tuimelen dat we denken dat als maar eenmaal aan een bepaalde conditie in de toekomst is voldaan (een gezellige partner, een betere baan, meer geld, ander huis etc.) we gelukkig zullen zijn.
De sleutel voor ‘onthechten’ is de dualiteit ‘hechten/onthechten’ te overstijgen, met andere woorden onthecht zijn is de natuurlijke staat als hechting niet is ontstaan of langs de spontane weg of via inzicht is opgelost. Zodra het ‘ikje’ opzettelijk en doelbewust gaat onthechten, is dat het werk van het ‘ikje’ en als het ‘ikje’ zich heeft ontdaan van een van zijn hechtingen, dan is het ‘ikje’ nog prominent daar, waarschijnlijk zelfs versterkt en vol trots op wat er bereikt is. Maar: het ‘ikje’ is hechting. We raken dus van de regen in de drop.
Eind aan het lijden?
Is er dan niets wat we kunnen doen om de staat van onthechting, of liever eind aan het lijden, te bereiken?
Nisargadatta sprak al eens dat als je een eind aan het lijden wil, je een eind aan je verlangen naar plezier moet willen. Wil je geen pijn, dan moet je geen plezier willen. Daar wringt de schoen, we willen plezier, zonder pijn. Dat valt niet te bereiken. Iedereen die beweert dat zulks mogelijk is, jokt een beetje.
Eckhart Tolle drukte het ook krachtig uit: Zolang je nog wensen en verlangens hebt, dus niet in het nu leeft, heb je nog niet genoeg geleden. Pas als je de onmogelijkheid gaat inzien van het verlangen naar plezier zonder pijn omdat je (zonder verbitterd te zijn) genoeg hebt van alle teleurstelling, begint zich wat te veranderen.
Bewustzijn
Dat proces kan ingeleid worden door goed kijken, goed observeren. Door te kijken naar de bewegingen van het ‘ikje’ ontstaat er wat ruimte. Je kunt je bewust worden, dat het ‘ikje’ bezig is. Zodra je je ermee bemoeit, realiseer je dan dat het slechts een ander aspect van dat zelfde ‘ikje’ is dat zich roert.
Kijk daar naar en onderzoek wat je bent. Wat je bent is het wonder dat aan hechten/onthechten voorafgaat, Bewustzijn. Als we inzien dat dat het mysterie is, dat zonder bekende reden, noodzaak of wil zich moeiteloos manifesteert, en als we inzien dat we dat Bewustzijn is, dan geeft dat verlichting.
Zie dat zodra een opinie of mening, voor of afkeer in ons opwelt, de hechting er al is. En dat die altijd vanzelf weer gevolgd wordt door onthechting, dat zich op een niet door ons te kiezen moment voltrekt. Als je daar langer naar kijkt word je steeds sneller in het herkennen van een hechting: zodra je boos wordt, teleurgesteld bent, opgewonden, door begeerte overmand: het zijn allemaal momenten waarop de hechting zich aan je voltrekt. Herkennen van het mechanisme neemt de scherpe kantjes ervan weg.
Kijk er naar, bemoei je er niet mee. Je kunt trouwens niet anders, alleen denk je dat het anders kan en dat geeft gevoelens van onmacht en frustratie.
Onthechten wordt vaak gezien als een gevecht van jezelf tegen jezelf, waar veel wilskracht aan te pas komt. Waarom zou je die strijd niet gewoon opgeven en doen wat je niet laten kan, je kunt immers niet anders. Zie toch dat hechten en onthechten ten nauwste samenhangt met meningen en opinies. Als je toch eenmaal accepteert dat de wereld zoals die zich aan ons voordoet, niet anders is dan een Goddelijk spel, wie zijn wij dan om daar een mening over te hebben.
In een staat van neutraliteit is er ruimte voor alle manifestatie: rijkdom, armoede, oorlog, vrede, opoffering, zelfzuchtigheid en ja zelfs voor hechten en onthechten.
Noten
[1] Bron: Eckhart Tolle
[2] Bron: Sri Nisargadatta Maharaj