Van kunstenaar Siebrand Weitenberg
Monique Stommel en Siebrand Weitenberg
Februari 2022
Inleiding – vallei 1 – vallei 2 – vallei 3 – vallei 4 – vallei 5 – vallei 6 – vallei 7
Kunstenaar Siebrand Weitenberg besloot enkele jaren geleden te beginnen aan een serie schilderijen met als thema: De Reis …
Weitenberg gebruikt ‘de reis’ als metafoor voor het levenspad dat mensen gaan, van geboorte tot dood, van onbewust naar bewust, van obstakels naar vergezichten, van gehechtheid tot onthechting. Een pad vol voetangels en klemmen. Eigenlijk gaat het over ieders reis en de reis van de kunstenaar zelf.
‘De Reis …’ werd een indrukwekkende serie schilderijen van groot formaat[1].
‘De Reis …’ is van 12-2-2022 tot 27-2-2022 te zien in de Vijverbergzaal Korte Vijverberg 2 in Den Haag, op woensdagmiddag t/m zondagmiddag tussen 12.00 en 17.00 uur.
Weitenberg werd mede geïnspireerd door de Perzische soefi dichter, Farid ad-Din Attar (1145-1221) en zijn wereldwijd beroemde dichtwerk ‘De Samenspraak van de Vogels’, waarbij vanaf de late Middeleeuwen schitterende miniaturen werden geschilderd[2].
In het hieronder volgende stuk is meer informatie over de dichter te vinden. De kunstenaar vertelt vervolgens hoe zijn werken tot stand komen.
Weitenberg beschrijft hoe hij tot schilderen kwam en geeft een boeiende uitleg over zijn manier van voelen, denken en werken tijdens het schilderen..
De Reis … van Siebrand Weitenberg
wordt op het Wijsheidsweb in zeven afleveringen getoond.
‘De Reis …’ en ‘de Samenspraak van de Vogels’
Farid-ud-din Attar (1119-1233) behoort tot die grote groep van Perzische dichters die glans hebben gegeven aan de eeuwenoude mystieke literatuur waarin namen schitteren als Attar, Roemi, Omar Khayan en Hafez.
De ‘Samenpraak van de vogels’ is een verhalend allegorisch gedicht waarin wordt verteld hoe de vogels van de wereld bij elkaar komen.
Deze grote groep vogels die menselijke zielen voorstellen, hebben hun zinnen gezet op een bezoek aan het geheimzinnige hof van Simoerg, de koning van de vogels en het symbool van de goddelijke eenheid die alle veelheid omvat.
Het wordt een lange, moeizame tocht waarbij veel vogels omkomen.
De pelgrims moeten op hun barre tocht naar de goddelijke Simoerg zeven valleien oversteken die door Attar worden aangeduid als de vallei van zoeken, liefde, kennis, onthechting, eenheid, verbijstering en tenslotte ontbering en de dood.
De vogels die de tocht overleven, bereiken tenslotte het doel dat hun voor ogen stond.
Kunstenaar Siebrand Weitenberg over zijn werk en werkwijze:
“Als ik aan het gewone een hoge betekenis, aan het alledaagse een geheimzinnig uiterlijk, aan het bekende de waarde van het onbekende en aan het eindige de schijn van het oneindige geef, dan romantiseer ik.”
Novalis
“Het mooie van het kunstenaarschap is dat je het spel kunt spelen; het maken van je eigen beeldtaal.”
“Ik ben een beeldend kunstenaar die schildert in de romantische traditie.
Ik probeer aan het gewone een diepere betekenis te geven, aan het alledaagse een geheimzinnig uiterlijk, aan het bekende de waarde van het onbekende en aan het eindige de schijn van het oneindige. Romantiseren is een manier voor mij om de dingen vreemd te maken en tegelijk vertrouwd en aantrekkelijk.”
Opleiding en eerste jaren daarna
“Ik ben afgestudeerd in 1986 aan de KABK Den Haag afdeling vrij tekenen, schilderen. Het werk dat ik maakte na de academie was monumentaal, expressionistisch, abstract werk. Tijdens deze jaren was mijn werk redelijk tot goed in de belangstelling bij particulieren, bedrijven en instellingen. Door ziekte en de crisis in de beginjaren van de ‘nineties’ kwam daar een kentering in. Na herstel van de gezondheid besloot ik om het roer om te gooien en vanaf dat moment sloop langzaam maar zeker de figuratie binnen in het werk en besloot ik tevens om afscheid te nemen van de galeries waar ik mee samenwerkte op dat moment.
Sinds 1996 maak ik werk, passend binnen een door mij gekozen thema.
Verwondering, het ‘paradijs’ en de natuur werden achtereenvolgens verbeeld.
Elk thema giet ik in de vorm van een project. Het thema is voor mij geen keurslijf maar meer een kapstok. Het uiteindelijke tastbare resultaat van dit zoekproces is een serie schilderijen, gouaches, aquarellen, foto’s, fotocollages en soms etsen.”
Essentie
“Door te schilderen wil ik mijn verhaal vertellen. Een schilderij is pas af als er niets meer bij kan en er niets meer van weggelaten kan worden. Tot die tijd improviseer ik op mijn thema, mijn idee.
Het fascinerende van schilderen is dat er niets anders is dan het doek en voor een deel schildert dat zichzelf. Het blijft mijn ding, maar ik sta open voor wat zich aandient. Het is voor mij een impulsief en intuïtief proces. Ik werk vanuit mijn gevoel en schilder in de romantische traditie waarin dromen worden afgezet tegen de rede en de – nietige – mens geconfronteerd wordt met de grootsheid van de natuur. De spreuk van Novalis over het gewone ongewoon laten zijn; dat is eigenlijk wat ik doe.
Ik ben een schilder pur sang. Geen man van concepten, ik ben van het beeld. Ik honger naar mooie beelden. Dat heeft te maken met behagen, maar het kan ook een behagen met stekeltjes zijn. Soms moet het zeuren, spanning opleveren, mysterieus zijn. Werk mag onduidelijk zijn, een onderhuids drama doen vermoeden. Het mag geladenheid en verrassingen hebben. Ik daag mensen uit tot een tweede blik, tot vragen stellen.
Wat gebeurt daar? Wat zie ik? Dat vind ik het belang van kunst, dat het mensen kan aanzetten op een andere manier naar de werkelijkheid te kijken.
Of scheppend bezig zijn voor mij iets te maken heeft met bezieling? Dat woord spreekt mij niet zo aan. Het is voor mij eerder gedrevenheid. Niemand zit te wachten op je werk. Zonder gedrevenheid zou ik stoppen. Het heeft te maken met de onrust die ik voel als ik een tijdje niet schilder. Dan gaat het jeuken. Een beetje arbeidsethos speelt ook mee. Ik ben niet zo’n denker, veel meer een doener en een dromer.”
Methode
“In de jaren na de academie had ik zo’n acht tot tien exposities per jaar en ik verkocht redelijk wat. Leuk, maar dat succes had ook zijn keerzijde. Ik was mijn vrijheid kwijt door de druk van de galeries. Ze waren helemaal niet geïnteresseerd in nieuwe wegen die ik wilde bewandelen. Ze wilden alleen maar werk dat goed verkocht. Steeds het bekende willen zien en hebben. Het ergste was dat ik mij daardoor geleefd voelde.
In die tijd gingen veel galeries failliet en ik verloor daardoor heel mijn achterban. Ik werd ook ziek in dat jaar en had het gevoel dat ik niets meer te verliezen had. Het was tijd voor een omslag in mijn werk en dat heb ik gedaan door van abstract naar figuratief te gaan. Hoewel figuratief? Er zit wel iets onder. Het zweeft eigenlijk tussen abstractie en figuratie. Als het beeld spannend is interesseert het mij trouwens niet hoe je het noemt. Het is mijn binnenwereld die ik naar buiten laat komen, daar gaat het om. Weer dat verhaal dat ik wil vertellen. Het gaat ook over dromen en de essentie daarvan is voor mij het binnen kunnen stappen in een andere werkelijkheid en daardoor het creëren van een eigen wereld waar ik mij in kan terugtrekken. Als kind kon ik al urenlang op mijn kamer bezig zijn met niks. Die eigen wereld heb ik hier ook in het atelier en soms in muziek.
Ik heb in mijn schilderijen een duidelijk eigen handschrift ontwikkeld, maar ik ben niet echt stijlvast. Ik werk eclectisch, pak een thema bij de kop en pas mijn manier van werken daar- op aan. Het materiaal en de techniek wisselen daardoor. Ik gebruik vaak fotomateriaal voor het maken van een nieuw beeld. Ik wil me niet vastleggen op één ding en bewandel ook graag zijpaden. Daardoor creëer ik vrijheid en ben ik aan het ontdekken. Ik associeer me gewoon gek.”
Verbinding
“Mijn inspiratie haal ik overal vandaan: uit de natuur, uit een goed boek, een verhaal of sprookjes, maar ook uit iets dat ik meemaak. In mijn serie ‘Op pad’ heb ik bijvoorbeeld mijn één voelen met de natuur willen weergeven. Het geeft mij een goed gevoel, misschien wel religieus, in de natuur te zijn.
Ik heb een ervaring gehad die ik nooit zal vergeten. In China heb ik eens een heilige berg beklommen, 12.000 traptreden; een pelgrimsberg. Bijna boven op de top heb ik de nacht doorgebracht in een klooster. Dat was in een aardedonkere kamer zonder raam en deed geen oog dicht omdat ik wist dat er in de kamer onder mij talloze kaarsen brandden. Licht en donker, angst voor brand en ik voelde me opgesloten boven op een berg. ‘s Morgens vroeg klom ik verder naar de top die gehuld was in nevel. Daar aangekomen beleefde ik een groots moment door het mysterieuze uitzicht. Al mijn angst verdween volledig door de schoonheid.”
Beeldtaal
“Iedereen kijkt anders. Het voornaamste dat je leert op de academie is zorgvuldig kijken.
De een benadrukt schoonheid, de ander gruwelijkheid. Als kunstenaar kun je jouw wereld laten zien door iets te ensceneren of door juist de nadruk te leggen op toevalligheden of op bijzonderheden die je tegenkomt. Het gaat om opmerkzaam zijn op dingen die je ziet, dat omzetten in een beeld en vervolgens mensen uitnodigen om dat ook te zien. Er is zo’n grote verscheidenheid en het mooie van het kunstenaarschap is dat je het spel kunt spelen; het maken van je eigen beeldtaal, je eigen idioom.
Natuurlijk beïnvloed je elkaar. Ik hou van werk dat energie laat zien en ruigheid, bijvoorbeeld dat van Willem de Kooning of Julian Schnabel. Maar ik kan ook genieten van sereniteit of het verhalende in werken. Ik hou van kracht, zeggingskracht vooral.
Hoewel ik niet uit een kunstenaarsmilieu kom, kan ik me niets anders voorstellen dan dat ik mijn hele leven blijf schilderen. Al het andere vind ik niet leuk genoeg. Vroeger op de Academie wedden we met elkaar wie er het eerst in Centre Pompidou zou komen te hangen. Dat gaat dus niet lukken.
Ik ben nog wel ambitieus, maar op een heel andere manier. Ik doe tegenwoordig vooral waar ik zin in heb en probeer zoveel mogelijk in het nu te leven. De dingen komen op mijn weg, ik maak daarin keuzes en doe niet meer, kost wat kost, alles om iets te bereiken. Dat werkt niet voor mij.
Ik vind mijn werk beter geworden, meer uitgebalanceerd en met meer zeggingskracht. Ik ben er ook meer voor mijn werk. Juist doordat ik geen tien exposities meer per jaar heb kan het groeien.”
Algemene informatie en overzicht van al zijn werk: sjaweitenberg.com
Noten
[1] Zie sjaweitenberg.com/2020/04/08/de-reis-2
[2] Over de vertaling uit het Perzisch is men het niet met elkaar eens of het gaat om een zgn. ‘Conference of the Birds’, als ‘Samenspraak van de Vogels’ in het Nederlands vertaald, of ‘Canticle of the Birds’, Samenzang, Loflied, Lofzang van de Vogels. In deze mystieke tekst gaat het dan om een accentverschuiving (Michael Barry, 2016). Een mooie samenstelling van teksten en illustraties is uitgegeven door Diane de Selliers: Farid Al-Din Attar (2014) Canticle of the Birds Illustrated Through Persian and Eastern Islamic Art. Paris: Diane De Selliers.
Zie ook: Een zoektocht naar Huma door Monique Stommel.