Marianne H.B. van Halewijn
Schalkhaar, 10/12 april 2021
Afzien in vogelvlucht
Als ik op de vlucht zou zijn, weg uit eigen land en
eindelijk na intense kou met talloze ontberingen
eindelijk in het beloofde land Nederland zou zijn
dan zocht ik snel mijn wonderstaf om daarmee
mijzelf tot vogeltje, een koolmees om te toveren
en dan
had ik een veilig onderdak slechts voor het kiezen
warm buiten de wind volop droge huisjes, waarin
ik onvoorwaardelijk zomaar vrijuit toegang had
ook een partner die mij trouw steun zou geven en
beschermen, bracht ik dan met mijn staf tot leven
o ja
ik zou zo’n vogel zijn die grenzeloos kan vliegen
waarheen hij wil met overal vrij onderkomen in
houten kastjes, die kou en regen goed doorstaan
voedsel is er heel dichtbij in overvloed en ik hoef
de internationale vogeltaal ook niet meer te leren
kijk
die nestelhokjes hangen weliswaar overal aan
de grote, oude eikenbomen, vrij te huur maar
ik moet nu weer met beide voeten op de grond ―
hier in het AZC heb ik vooralsnog onderkomen
alleen, wat ik daar zou leren is wachten, wachten
wachten …