Yvonne Liew-On
Over jongens- en meisjes -boeken en (on)deugden
In mijn jeugd las ik het liefst jongensboeken omdat die veel avontuurlijker waren dan meisjesboeken. Die waren er denk ik toen toch vooral op gericht om meisjes de kerndeugden ‘braaf zijn’ en ‘gehoorzaamheid’ te leren. Jammer.
Hoe braaf en gehoorzaam ik verder ook was in mijn jeugd, ik klom gewoon in 10 meter hoge bomen en liet me op m’n rolschaatsen door onze herdershond over het asfalt voort trekken. Ook heeft m’n moeder herhaaldelijk de politie moeten bellen omdat ik, tussen m’n zesde en 12e regelmatig ‘de omgeving’ was gaan verkennen op m’n fietsje, en troffen ze me meestal uren later ergens aan langs de weg waar ik op m’n dooie akkertje aan het fietsen was, me niets aantrekkend van alle drukke verkeer en toeterende auto’s.
Kortom, ik was geen ‘meisje-meisje’, maar een jongensachtig meisje met een hang naar avontuur en nieuwe ontmoetingen. Toch kan ik me niet herinneren dat ik daarvoor ‘vreselijk op m’n kop’ heb gekregen. Het enige waar ze boos om werd, was als ik weer eens een gat was gevallen in de knie van een gloednieuwe broek. Al gauw merkte ik dat ik anders was dan andere meisjes. Ze waren al heel jong bezig met uiterlijk, kraaltjes, lipstick, tule en tutu’s. Ik was veel stoerder en ondernemender, maar op de een of andere manier vonden de ouders van andere meisjes dat waarschijnlijk ‘ongepast’, want ik werd ineens niet meer uitgenodigd door bepaalde ‘vriendinnetjes’.
Mijn herinnering daaraan is, dat een vriendinnetje me blij mee naar huis nam en ik de route niet in de gaten had, en dat haar moeder me vrij snel weer naar buiten werkte, en dat ik, eenmaal buiten, de weg niet meer naar huis wist.
Waarschijnlijk heb ik daaraan mijn verkennersdrift te danken, want ik vind verdwalen niet fijn. Daar stond ik toen nooit zo bij stil, maar als ik er nu op terugkijk, viel ik wel heel erg uit de toon bij al die tere poppetjes met hun barbies (de mijne knipte ik kaal en daarna trok ik de kop eraf omdat ze me verveelden). Ik vocht ook met jongens op school, niet met meisjes. Om de eer van de zesde klas lagere school te redden ben ik zelfs een keer door de hele groep aangewezen om met de boosdoener, een nogal grote stoere knaap van een andere basisschool, buiten schooltijd het gevecht aan te gaan. De halve klas was komen aanmoedigen. Hij heeft verloren…
Over rolmodellen en veerkracht
Mijn vrouwelijkheid heeft er niets maar dan ook totaal niets onder geleden dat ik in mijn jeugd veel vrijheid had en meer met jongetjes speelde (oorlogje, knikkeren, basketbal, voetbal) dan met meisjes. Ik merk vandaag de dag nog steeds dat ik makkelijker op de fiets stap en ergens heen ga – al ken ik die buurt nog niet – dan veel andere vrouwen en zelfs jonge meiden, die al gauw roepen dat het regent of dat er geen tram of bus komt en dat ze in het donker niet graag alleen over straat gaan.
Tja, dan mis je een hoop, denk ik dan, en blijft je wereld erg klein. Dat vond ik zo leuk ook aan Heidi Muijen, dat ze mij, na een vreselijke relatie met een crimineel, weer letterlijk de weg op hielp en ik weer ‘s avonds op de fiets durfde uit te gaan met haar en daarna ook weer alleen. Zo vond ik mijn moed weer terug, dus soms heeft ook de stoerste meid een duwtje in de rug nodig om weer in haar kracht te komen.
Maar voor jonge meiden vanaf 10 jaar vind ik het ook wel van belang dat ze wat betere rolmodellen krijgen voorgeschoteld in de literatuur, en dan bedoel ik niet de ‘Rihanna’ en ‘Beyonce’ rolmodellen, met een brutale uitstraling die ik echt niet vind passen bij kinderen vanaf die leeftijd (maar die het vaak wel imiteren), maar een ander soort powergirl die met minder overdreven maniertjes, sportiever, slimmer, en met meer teamspirit en moed te werk gaat, en vooral meer met het innerlijk bezig is dan met het uiterlijk.
Ik denk dat mijn boek daaraan bijdraagt, want ik heb bewust bepaalde spirituele kennis in het boek verwerkt die ik al jaren aan volwassenen leer als ‘Motivator’ (spiritueel coach). Daar zijn de dames zeer zeker bij gebaat, en daarmee de wereld. Want een samenleving is het meest gebaat bij de ontwikkeling van sterke mannen én sterke vrouwen. En daar draag ik graag mijn steentje aan bij!
Samenvatting
Dit boek is voor kinderen van 10 tot 100 jaar en is bedoeld om hen een nieuw rolmodel te geven: een goddelijke. Een hoger rolmodel zodat hun zelfbeeld beter wordt en ze gaan denken in termen van “onbeperkte vermogens” en “bijzondere talenten” in plaats van ‘ik ben niet goed genoeg’ of ‘ik verdien het niet’!
Het verhaal prikkelt de fantasie en bevordert zelfacceptatie: ‘anders zijn’ is juist mooi. Bloedkoraal zet kinderen in hun kracht. Ze kunnen dingen van zichzelf erin herkennen als jaloezie, teleurstelling, ongeduld, verlangen naar koestering, verlangen te weten wie en wat je eigenlijk bent, te horen hoe mooi en lief je bent. Al deze zaken houden kinderen bezig. We willen allemaal bijzonder gevonden worden, en vooral bemind!
Lees hier alvast een stuk uit het boek
In een laadruimte van het schip vonden de Koninklijke Meerminnen wel nog allerlei soorten Mensensieraden en Mensenjuwelen, en Mensenkleding. Die gooiden ze meteen weg. Want dat vonden ze maar raar en lelijk. Maar ze troffen er ook een prachtige spiegel aan.
Deze spiegel was enorm groot en omlijst met gouden ornamenten. Dat vonden ze heel mooi. Hij was best lastig geweest om te vervoeren. En nu stond hij dan al enige tijd te pronken in de Hofzaal van hun Koninginnemin…
Alle onderdanen begonnen onmiddellijk te protesteren.
“Nee, nee, nee”,
riepen ze.
“Niet de Spiegel, alsjeblieft!”
Vooral de Meermannen. Ze klapperden met hun rugvinnen van boosheid.
Bilar, haar Oppermeerman riep verbijsterd:
“Maar, dat is zónde! De Spiegel is een heel belangrijk onderdeel van ons leven geworden.”
Een Hofzeepaardje sputterde ook tegen:
“Hoe kunnen wij nog zónder de Spiegel leven?”
“Ja!”,
viel een Reuzengarnaal hem heftig piepend bij.
“Geen enkele Hofhouding ziet er immers zo verzorgd uit als die van u, Koningin Jovilia!”
Bilar de Oppermeerman bromde weer:
“Alle vinnen worden dagelijks gepolijst voor de enorme Spiegel. Speciaal voor u.”
De hofdames riepen in koor:
“En niets blinkt toch zo mooi als de zilverglanzend geschubde lichamen van de Koninklijke Meermannen!”
Een parmantige Hofhamerhaai riep ontsteld:
“Hun krachtige zilveren staarten zijn zo robuust en massief. Dat heeft toch onderhoud nodig?”
En hij gaf zijn echtgenoot – ook een hele knappe Koninklijke Meerman – een zoen in het voorbijgaan.
“Inderdaad!”, beaamden de elegante Hofstekelmanta’s.
“Zij dwingen daarmee veel respect af bij iedereen in uw Rijk. En ook bij Waterwezens in andere Koninkrijken!”
Maar de Koninginnemin bleef onverbiddelijk.
“Waarom zijn jullie toch zo gehecht aan Mensenkindspeelgoed!”, sprak ze ontdaan. Ze verhief zich van haar troon.
“Deze Spiegel laat toch alleen maar jullie uiterlijk zien? Terwijl jullie innerlijk nou juist het enige belangrijke is wat telt!”