Maya Plas
Sardinië, augustus 2022
De zee is kalm en vredig de grootste golven breken op de landtong die de kust beschermt.
De vrouw wandelt langs de kust en neemt het rustige ritme van de golven in zich op.
Ze zet zich neer en laat haar gedachten stromen.
Haar innerlijke vrede is na een aantal moeizame dagen in haar teruggekeerd.
Tijd voor zichzelf en verandering van omgeving hebben haar goed gedaan. Vanwege de hitte bracht ze mediterend, lezend en schrijvend, vele uren op de koele kamer van het hotel door.
Gedichten gaven haar de troost van herkenning, die versterkten haar voornemen om wat er in haar leefde aan verdriet tijd te geven om te verzachten.
Er lagen drukke weken achter haar.
Ze had het ieder het ieder naar de zin willen maken, maar raakte daarbij zichzelf kwijt. Niemand was daar blij mee had ze gemerkt. Integendeel!
Voor haar zelf was het een nare ervaring geweest. Samen met haar man had ze besloten de zaken voortaan anders te regelen.
De vrouw pakt een schriftje uit haar tas en geeft woorden aan haar gedachten.
Ze schrijft: Af en toe ben ik als de zee vredig en kalm en verzamel mijn krachten om mezelf te transformeren tot een golf die op weg gaat.
Als die haar doel heeft bereikt spat ze in duizenden belletjes uiteen en wordt weer éen met de zee. Soms gaat het mis, halverwege de tocht doorklieft een obstakel haar en valt ze uiteen.
Dan verdwijnt ze onder het wateroppervlak. In de diepte heelt ze zichzelf.
Totdat ze al haar krachten heeft verzameld en opnieuw een golf wordt.
Deze keer zal ze haar missie tot een goed einde brengen. Daar vertrouwt ze op!
De vrouw stopt met schrijven, bergt haar schriftje weg en staat op. Haar blik gaat over het wijde water dat nauwelijks in beweging is.
Ze laat de wind door haar lange grijze haar waaien. In de verte ziet ze een golf ontstaan.
De vrouw glimlacht en wandelt langs de kustlijn terug naar het hotel.
Dit verhaal is mede geïnspireerd op een gedicht uit de bundel, Rosemie Mels (2022). Zolang kunnen woorden wijken. Amsterdam: Uitgeverij P.